Hoge Raad, 24-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:450, 22/02961
Hoge Raad, 24-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:450, 22/02961
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 maart 2023
- Datum publicatie
- 24 maart 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:450
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2022:2006
- Zaaknummer
- 22/02961
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/02961
Datum 24 maart 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het DAGELIJKSE BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN LIMBURG
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 juni 2022, nrs. 20/00500 en 21/012691, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Limburg (nrs. AWB 19/2386 en ROE 20/2633) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor de jaren 2019 en 2020 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2023.