Home

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:593, 22/03082

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:593, 22/03082

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:593
Formele relaties
Zaaknummer
22/03082

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/03082

Datum 14 april 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 5 juli 2022, nrs. BK-21/00835 en BK-21/008361.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat niet de gronden van het beroep.

Bij brief van 30 augustus 2022 heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Bij brief van 17 oktober 2022 heeft de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende voor herstel van het verzuim een nadere termijn verleend, die eindigde op 28 oktober 2022. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij brief van 28 oktober 2022, maar zonder het verzuim te herstellen.

Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage , in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.