Home

Hoge Raad, 20-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:63, 22/00966

Hoge Raad, 20-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:63, 22/00966

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 januari 2023
Datum publicatie
20 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:63
Formele relaties
Zaaknummer
22/00966

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/00966

Datum 20 januari 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELASTINGKANTOOR LOCOCENSUS-TRICIJN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 februari 2022, nr. 21/002551, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. AWB 20/474) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2019 opgelegde aanslag in de watersysteemheffing ingezetenen, aanslag in de watersysteemheffing gebouwd en de aanslag in de zuiveringsheffing, alsmede een verzoek van belanghebbende om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door M.M. Vrolijk, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het dagelijks bestuur van Lococensus-Tricijn, vertegenwoordigd door [P1] en [P2], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

5 Beslissing