Home

Hoge Raad, 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:899, 22/04214

Hoge Raad, 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:899, 22/04214

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 juni 2023
Datum publicatie
9 juni 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:899
Formele relaties
Zaaknummer
22/04214

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummers 22/04214

Datum 9 juni 2023

ARREST

op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 juli 2022, nrs. BK-ARN 21/00821 tot en met 21/008281.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van het Hof heeft op de uitspraak van het Hof aangetekend dat een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen is verzonden op 20 juli 2022.

Uit een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening blijkt dat dit beroepschrift op 10 november 2022 bij de griffie van de Hoge Raad is ontvangen.

Het beroepschrift in cassatie is dus niet ingediend binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in dit geval eindigde op 31 augustus 2022.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 14 november 2022 in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd, of mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Met hetgeen belanghebbende in zijn brief van 6 december 2022 aanvoert, is niet aannemelijk gemaakt dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd. Wat belanghebbende heeft aangevoerd, kan ook niet leiden tot het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.

Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2023.