Home

Hoge Raad, 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:902, 23/00331

Hoge Raad, 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:902, 23/00331

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 juni 2023
Datum publicatie
9 juni 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:902
Formele relaties
Zaaknummer
23/00331

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/00331

Datum 9 juni 2023

ARREST

op het door [X] te [Z], Marokko, (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 december 2022, nrs. BRE 21/1976 en 21/19771.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 8 maart 2023 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 11 april 2023 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt.

Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2023.