Hoge Raad, 30-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:995, 22/03861
Hoge Raad, 30-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:995, 22/03861
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 juni 2023
- Datum publicatie
- 30 juni 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:995
- Formele relaties
- In sprongcassatie op: ECLI:NL:RBZWB:2022:5439
- Zaaknummer
- 22/03861
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03861
Datum 30 juni 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 september 2022, nr. BRE 21/50241, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 8 april 2022.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2023.