Hoge Raad, 05-07-2024, ECLI:NL:HR:2024:1030, 22/02593
Hoge Raad, 05-07-2024, ECLI:NL:HR:2024:1030, 22/02593
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 juli 2024
- Datum publicatie
- 5 juli 2024
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:1030
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2022:1823
- Zaaknummer
- 22/02593
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/02593
Datum 5 juli 2024
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 juni 2022, nrs. 21/00459, 21/00461, 21/00464, 21/00465, 21/00467 tot en met 21/00470 en 21/00749 tot en met 21/007521, op het hoger beroep van belanghebbende tegen uitspraken van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 februari 2021 (nrs. BRE 17/7179, BRE 17/7180, BRE 17/7300, BRE 17/7319, BRE 17/7320, BRE 18/755 tot en met BRE 18/757, BRE 19/2613, BRE 19/2615, BRE 19/2645 en BRE 19/2671) en 14 april 2021 (nrs. BRE 17/3678, BRE 17/3679, BRE 17/6188, BRE 17/6189, BRE 18/4804 en BRE 18/4805) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2007 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, de voor de jaren 2008, 2009, 2011 en 2012 aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, de voor de jaren 2008, 2011 en 2012 aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, de aan belanghebbende over de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007, de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008, de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en de periode 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Nadat belanghebbende binnen de daartoe gestelde termijn de gronden van het beroep in cassatie had ingediend, heeft belanghebbende nog drie geschriften ingediend. Op die drie geschriften slaat de Hoge Raad geen acht.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een conclusie van repliek heeft belanghebbende twee geschriften ingediend. Daarop slaat de Hoge Raad geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.