Hoge Raad, 13-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1210, 24/00424
Hoge Raad, 13-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1210, 24/00424
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 september 2024
- Datum publicatie
- 13 september 2024
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:1210
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2024:128, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 24/00424
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/00424
Datum 13 september 2024
ARREST
in de zaak van
de vennootschap onder firma [X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 9 januari 2024, nr. BK-22/6071, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 21/1191) betreffende een veroordeling van de Staat om op de voet van artikel 8:75 Awb aan belanghebbende proceskosten te vergoeden.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door S.M. Bothof, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
De Minister, vertegenwoordigd door L.A. Bettonvil, heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klacht over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klacht niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klacht is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.