Home

Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1471, 23/03444

Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1471, 23/03444

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 oktober 2024
Datum publicatie
18 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1471
Formele relaties
Zaaknummer
23/03444

Inhoudsindicatie

Onroerendezaakbelastingen; artikel 220, aanhef en letter a, van de Gemeentewet; staan coronamaatregelen in de weg aan gebruik?

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/03444

Datum 18 oktober 2024

ARREST

in de zaak van

[X] B.V. (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HAAG

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 11 juli 2023, nr. BK-22/011551, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 21/5036) betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Den Haag voor het jaar 2021.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door Z.H. van Dorth tot Medler, advocaat te Den Haag, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft de zaak mondeling doen toelichten door Z.H. van Dorth tot Medler.

De Advocaat-Generaal M.R.T. Pauwels heeft op 19 juli 2024 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.2

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 23/03445, ECLI:NL:HR:2024:1354.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing