Home

Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1480, 23/04813

Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1480, 23/04813

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 oktober 2024
Datum publicatie
18 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1480
Formele relaties
Zaaknummer
23/04813

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/04813

Datum 18 oktober 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 november 2023, nrs. BK-ARN 22/919, BK-ARN 22/920 en BK-ARN 22/9211, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 20/6957, AWB 20/6958 en AWB 20/6959) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2015 tot en met 2017 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door J.R.P.M. Nielen, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing