Home

Hoge Raad, 06-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1792, 23/03959

Hoge Raad, 06-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1792, 23/03959

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
6 december 2024
Datum publicatie
6 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1792
Formele relaties
Zaaknummer
23/03959

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/03959

Datum 6 december 2024

ARREST

in de zaak van

[X] C.V. (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door A. van Velsen,

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P] ,

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 augustus 2023, nr. 22/002341, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 20/1935) betreffende een ten aanzien van belanghebbende genomen besluit tot verrekening als bedoeld in artikel 24 van de Invorderingswet 1990.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2024.