Hoge Raad, 13-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1851, 24/02100
Hoge Raad, 13-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1851, 24/02100
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 december 2024
- Datum publicatie
- 13 december 2024
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:1851
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2024:1358
- Zaaknummer
- 24/02100
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/02100
Datum 13 december 2024
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 april 2024, nr. 23/6291, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 22/1341) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024.