Home

Hoge Raad, 13-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1852, 24/02990

Hoge Raad, 13-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1852, 24/02990

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 december 2024
Datum publicatie
13 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1852
Formele relaties
Zaaknummer
24/02990

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/02990

Datum 13 december 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 juni 2024, nrs. 22/1671 en 22/16861, op de hoger beroepen van belanghebbende tegen uitspraken van de Rechtbank Oost-Brabant (nrs. SHE 20/1888 en SHE 21/2972) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2020 en 2021.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024.