Home

Hoge Raad, 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:250, 23/03251

Hoge Raad, 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:250, 23/03251

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 februari 2024
Datum publicatie
16 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:250
Formele relaties
Zaaknummer
23/03251

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/03251

Datum 16 februari 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende),

vertegenwoordigd door P.H.J. Nass,

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P],

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juli 2023, nrs. 21/01342 en 21/01343, betreffende een verzoek van belanghebbende om herziening van een uitspraak van het Hof van 19 november 2015, nrs. 14/00709 en 14/007101.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.