Hoge Raad, 17-05-2024, ECLI:NL:HR:2024:720, 23/04924
Hoge Raad, 17-05-2024, ECLI:NL:HR:2024:720, 23/04924
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 mei 2024
- Datum publicatie
- 17 mei 2024
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:720
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2023:2594
- Zaaknummer
- 23/04924
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 23/04924
Datum 17 mei 2024
ARREST
op het door [X] (hierna: belanghebbende), vertegenwoordigd door A. Bakker, ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 31 oktober 2023, nr. 22/22971.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
De griffier van de Hoge Raad heeft op 19 december 2023 in het digitale dossier van belanghebbende een bericht geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld dat verzuim binnen zes weken na die datum te herstellen. Die termijn eindigde op 30 januari 2024. Van de plaatsing van het hiervoor vermelde bericht in het digitale dossier van belanghebbende is eveneens op 19 december 2023 een kennisgeving verzonden naar het door belanghebbende voor dit doel opgegeven e-mailadres. Op grond hiervan neemt de Hoge Raad aan dat belanghebbende dit bericht heeft ontvangen, en wel, gelet op artikel 8:36c, lid 2, Awb, op 19 december 2023. Belanghebbende heeft het hiervoor bedoelde verzuim niet hersteld. Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.