Home

Hoge Raad, 06-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:771, 23/00654

Hoge Raad, 06-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:771, 23/00654

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
6 juni 2024
Datum publicatie
6 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:771
Formele relaties
Zaaknummer
23/00654

Inhoudsindicatie

Art. 14 EVRM; art. 1 EP; art. 5.2 Wet IB 2001; Wet rechtsherstel box 3 (Herstelwet)

Vermogensrendementsheffing ook onder de Herstelwet strijdig met art. 1 EP in combinatie met art. 14 EVRM. Werkelijk rendement. Rechtsherstel. Aandeel in reservefonds VVE vormt onder de wettelijke regeling in 2018 geen banktegoed.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/00654

Datum 6 juni 2024

ARREST

in de zaak van

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

tegen

[X2] (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2023, nr. BK-ARN 20/011221, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 20/2502) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2018 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 1 september 2023 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.2

Zowel de Staatssecretaris als belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

Het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 23/00653, ECLI:NL:HR:2024:705, rechtsoverweging 6.3 en 6.4. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. Verwijzing moet volgen.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing