Home

Hoge Raad, 14-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:863, 24/00084

Hoge Raad, 14-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:863, 24/00084

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 juni 2024
Datum publicatie
14 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:863
Formele relaties
Zaaknummer
24/00084

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting; prejudiciële vragen; art. 27ga AWR; art. 11, lid 1, letter k, Wet OB 1968; de dienst bestaande in schade verzekeren en de dienst bestaande in schade afhandelen vallen samen niet als één ondeelbare prestatie aan te merken indien deze diensten door verschillende ondernemers voor verschillende afnemers worden verricht.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00084

Datum 14 juni 2024

PREJUDICIËLE BESLISSING

op het verzoek van de Rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) aan de Hoge Raad om in het geding tussen

de fiscale eenheid [X] C.S. (hierna: belanghebbende)

en

de INSPECTEUR VAN DE BELASTINGDIENST (hierna: de Inspecteur)

de bij beslissing van 14 december 2023, nr. LEE 21/12151, op de voet van artikel 27ga AWR voorgelegde vragen bij wijze van prejudiciële beslissing te beantwoorden.

1 De procedure in feitelijke instantie

1.1

Belanghebbende heeft op aangifte over het eerste kwartaal van 2019 een bedrag aan omzetbelasting voldaan.

1.2

Belanghebbende heeft tegen de voldoening op aangifte bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank.

2 Het procesverloop bij de Hoge Raad

2.1

De Rechtbank heeft aan de Hoge Raad prejudiciële vragen voorgelegd.

2.2

Zowel belanghebbende, vertegenwoordigd door J.P.A. Vermeer en S.B. Cornielje, als de Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P] , heeft schriftelijke opmerkingen ingediend.

2.3

Nadat de Hoge Raad ook aan anderen dan partijen bij het geding voor de Rechtbank de gelegenheid heeft geboden om naar aanleiding van de vragen van de Rechtbank schriftelijke opmerkingen in te dienen, heeft Van Ameyde Group schriftelijke opmerkingen ingediend.

2.4

Na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft belanghebbende schriftelijk gereageerd op de hiervoor in 2.3 bedoelde schriftelijke opmerkingen van Van Ameyde Group.

3 Uitgangspunten

3.1

Belanghebbende is een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, lid 4, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet). Tot belanghebbende behorende rechtspersonen zijn erkende verzekeraars die onder meer verzekeringen aanbieden tegen de wettelijke aansprakelijkheid bij schadegebeurtenissen tijdens de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen in andere lidstaten van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte (hierna tezamen ook: lidstaten). Deze verzekeringsdiensten zijn op grond van artikel 11, lid 1, letter k, van de Wet vrijgesteld van omzetbelasting.

3.2

Op grond van artikel 4:70 van de Wet op het financieel toezicht in samenhang gelezen met artikel 21 van Richtlijn 2009/103/EG2 is een schadeverzekeraar met zetel in Nederland die – zoals de tot belanghebbende behorende verzekeraars – verzekeringen aanbiedt tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, verplicht om in elke andere lidstaat een in die andere lidstaat gevestigde schaderegelaar aan te wijzen. Deze schaderegelaar behandelt namens de schadeverzekeraar vorderingen van benadeelden die aanspraak maken op schadevergoedingen ten gevolge van ongevallen die zich hebben voorgedaan in die lidstaat en zijn veroorzaakt door deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen die gewoonlijk zijn gestald en verzekerd in een andere lidstaat. Deze schaderegelaar wikkelt deze vorderingen ook namens de schadeverzekeraar af.

3.3

In verband met de hiervoor in 3.2 vermelde verplichtingen, hebben de tot belanghebbende behorende verzekeraars schaderegelaars aangesteld in andere lidstaten. In Duitsland, België en Frankrijk zijn daartoe afzonderlijke rechtspersonen opgericht waarvan de aandelen in handen zijn van een tot belanghebbende behorende verzekeraar. De in andere lidstaten aangewezen schaderegelaars zijn niet gelieerd aan tot belanghebbende behorende rechtspersonen.

3.4

Wanneer met een motorvoertuig dat bij een van de tot belanghebbende behorende verzekeraars is verzekerd, schade wordt veroorzaakt in een andere lidstaat, stelt de benadeelde of diens schade- en/of rechtsbijstandsverzekeraar, de verzekeraar aansprakelijk voor de geleden schade. Na kennisneming van de aansprakelijkstelling doet die verzekeraar een schademelding bij de schaderegelaar in de desbetreffende lidstaat. Op grond van de daartoe met de verzekeraar gesloten overeenkomst wikkelt die schaderegelaar vervolgens de schade in naam van deze verzekeraar af. De schaderegelaar brengt voor deze dienstverlening (hierna ook: schadeafwikkelingsdienst) aan die verzekeraar een vergoeding in rekening. Op de daartoe uitgereikte facturen vermeldt de schaderegelaar dat de heffing van omzetbelasting is verlegd.

3.5

Belanghebbende heeft op aangifte over het eerste kwartaal van 2019 ter zake van de in dat tijdvak in rekening gebrachte vergoedingen voor schadeafwikkelingsdiensten die buitenlandse schaderegelaars aan haar hebben verleend, omzetbelasting voldaan naar het algemene tarief. Zij heeft tegen die voldoening bezwaar gemaakt.

3.6

Voor de Rechtbank is in geschil of de hiervoor in 3.4 omschreven, aan belanghebbende verleende schadeafwikkelingsdiensten op grond van artikel 11, lid 1, letter k, van de Wet zijn vrijgesteld van omzetbelasting.

4 De prejudiciële vragen

5 Beoordeling van de prejudiciële vragen

6 Proceskosten

7 Beslissing