Home

Hoge Raad, 28-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:985, 24/01021

Hoge Raad, 28-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:985, 24/01021

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
28 juni 2024
Datum publicatie
28 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:985
Formele relaties
Zaaknummer
24/01021

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/01021

Datum 28 juni 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN HOOGHEEMRAADSCHAP UTRECHT

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 februari 2024, nr. BK-ARN 21/15441, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (nr. UTR 21/786) betreffende een aan belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2020.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Gieben, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing