Hoge Raad, 18-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:274, 23/04413
Hoge Raad, 18-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:274, 23/04413
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 februari 2025
- Datum publicatie
- 18 februari 2025
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:274
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2023:3826
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2025:15
- Zaaknummer
- 23/04413
Inhoudsindicatie
Medeplegen voorbereidingshandelingen m.b.t. invoer van 315,7 kg cocaïne vanuit Brazilië via haven van Antwerpen naar Nederland (art. 10a.1 Opiumwet) en medeplegen verhandelen, overdragen en voorhanden hebben van (onderdelen van) (automatische) vuurwapens en munitie (art. 26.1 WWM). 1. Heeft hof verzuimd te beslissen op ttz. in hoger beroep gedaan voorwaardelijk verzoek tot horen van 2 getuigen? 2. Schending van doorlaatverbod (art. 126 ff.1 Sv). Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid OM, bewijsuitsluiting en/of strafvermindering i.v.m. vormverzuimen, art. 359a Sv. 3. Bewijsklacht voorhanden hebben van vuurwapens en munitie aangetroffen in auto. Verweer dat verdachte geen wetenschap heeft gehad van aanwezigheid van die voorwerpen in auto.
HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 23/04374, 23/04383, 23/04388, 23/04391, 23/04429, 23/04433, 23/04440, 23/04462, 23/04477, 23/04495 en 23/04526.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/04413
Datum 18 februari 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 november 2023, nummer 20-002225-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.
1 Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo, beiden advocaat in Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2025.