Hoge Raad, 21-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:307, 24/02542
Hoge Raad, 21-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:307, 24/02542
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 februari 2025
- Datum publicatie
- 21 februari 2025
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:307
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2024:1918
- Zaaknummer
- 24/02542
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/02542
Datum 21 februari 2025
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juni 2024, nrs. 22/1672 tot en met 22/16741, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 21/1916, 21/1918 en 21/1919) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2015 tot en met 2017 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.