Hoge Raad, 14-03-2025, ECLI:NL:HR:2025:384, 24/04534
Hoge Raad, 14-03-2025, ECLI:NL:HR:2025:384, 24/04534
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 maart 2025
- Datum publicatie
- 14 maart 2025
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2025:384
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2024:3478
- Zaaknummer
- 24/04534
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/04534
Datum 14 maart 2025
ARREST
op het door [X] (hierna: belanghebbende), vertegenwoordigd door [A], ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 november 2024, nr. 22/2309.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 27 december 2024 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na dagtekening van deze brief te herstellen. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025.