Home

Hoge Raad, 18-03-2025, ECLI:NL:HR:2025:398, 23/00255

Hoge Raad, 18-03-2025, ECLI:NL:HR:2025:398, 23/00255

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 maart 2025
Datum publicatie
18 maart 2025
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:398
Formele relaties
Zaaknummer
23/00255

Inhoudsindicatie

Misbruik maken van identificerende persoonsgegevens door als medewerker van postbedrijf pakketje op naam van ander te bestellen en vervolgens voor ontvangst daarvan te tekenen, art. 231b Sr. Bewijsklacht. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Uit bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat persoonsgegevens van ander zijn misbruikt bij het bestellen van pakketje en het afleveren daarvan. Dat het verdachte is geweest die (zoals bewezenverklaard) pakketje heeft besteld en voor ontvangst heeft getekend volgt daar niet (zonder meer) uit. Bewezenverklaring is in zoverre onvoldoende met redenen omkleed.

Volgt vernietiging en terugwijzing.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 23/00255

Datum 18 maart 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 januari 2023, nummer 20-001292-22, in de strafzaak

tegen

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G.J.P.M. Mooren, advocaat in Tilburg, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.

De plaatsvervangend advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2 Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de gebruikte bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

2.2

Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de plaatsvervangend advocaat-generaal onder 4 tot en met 6.

3 Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4 Beslissing