Home

Parket bij de Hoge Raad, 29-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1428, 16/00410

Parket bij de Hoge Raad, 29-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1428, 16/00410

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
29 december 2016
Datum publicatie
27 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:PHR:2016:1428
Formele relaties
Zaaknummer
16/00410

Inhoudsindicatie

Deze zaak heeft betrekking op de indeling van zogeheten ‘large format informatiedisplays met lcd-scherm’ (hierna: LFD’s) in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De LFD’s worden gebruikt in openbare ruimtes, zoals luchthavens en stations, om reisinformatie weer te geven of in kantoren om algemene informatie weer te geven en beschikken over verschillende aansluitingsmogelijkheden.

In geschil is de indeling van de LFD’s in de GN. De Inspecteur staat indeling onder postonderverdeling 8528 59 40 van de GN voor als monitor met lcd-beeldscherm (14%). Belanghebbende bepleit indeling onder postonderverdeling 8528 51 00 van de GN als computermonitor (vrij). Onder deze laatste postonderverdeling worden monitors ingedeeld “van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471”.

Zowel rechtbank Noord-Holland als gerechtshof Amsterdam hebben overwogen dat uit het arrest Kamino International Logistics 1 (hierna: Kamino) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) voortvloeit dat voor de beoordeling of de LFD’s eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de toelichting op het Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: GS) moet worden geraadpleegd. In de GS-toelichting is vermeld dat monitors die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem ontwerpkenmerken hebben die het mogelijk maken om gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.

Aangezien de LFD’s niet zijn ontworpen om gedurende een langere periode op korte afstand te worden bekeken, zijn zij volgens de Rechtbank en het Hof niet aan te merken als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden gebruikt. Deze feitelijke instanties hebben dan ook geoordeeld dat de LFD’s niet onder postonderverdeling 8528 51 kunnen worden ingedeeld.

A-G Ettema leidt uit Kamino af dat de LFD’s niet van de soort zijn die uitsluitend wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, omdat vaststaat dat zij over verschillende aansluitmogelijkheden beschikken en ook signalen kunnen weergeven die afkomstig zijn van andere bronnen dan een automatisch gegevensverwerkend systeem.

Derhalve moet worden beoordeeld of de LFD’s dienen te worden geacht van de soort te zijn die hoofdzakelijk in een dergelijk systeem wordt gebruikt.

De A-G wijst er in dit kader op dat het HvJ in Kamino heeft overwogen dat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen, alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen.

Daarnaast heeft het HvJ in Kamino een bron aangewezen waarop in dat geval een beroep moest worden gedaan bij de indeling van de in dat geding aan de orde zijnde monitoren in de GN, namelijk de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5. Hierin is onder meer vermeld dat eenheden van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem onder meer kunnen worden geïdentificeerd door het kenmerk dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand.

Het technische kenmerk dat het HvJ in Kamino van belang heeft geacht is thans genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, namelijk of het mogelijk is om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm van de LFD’s te kijken.

Nu het Hof heeft vastgesteld dat de LFD’s duidelijk niet zijn ontworpen om gedurende langere tijd van korte afstand te worden bekeken en belanghebbende niet heeft gesteld dat de LFD’s beschikken over een of meer van de andere in de GS-toelichting genoemde technische kenmerken, komt de A-G tot de slotsom dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de LFD’s niet dienen te worden aangemerkt als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en niet kunnen worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 51. De A-G concludeert dan ook tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep.

1. HvJ 19 februari 2009, Kamino International Logistics, C-376/07, na conclusie A-G Mengozzi, ECLI:EU:C:2009:105, BNB 2010/29 m.nt. Van Slooten.

Conclusie

mr. C.M. Ettema

Advocaat-Generaal

Conclusie van 29 december 2016 inzake:

HR nr. 16/00410

[X] B.V.

Hof nrs. 14/00707 t/m 14/00711

Rb nrs. HAA 13/3433 t/m 13/3437

Derde Kamer A

tegen

Douanerecht

2013

staatssecretaris van Financiën

1 Inleiding

1.1

Deze zaak heeft betrekking op de indeling van zogeheten ‘large format informatiedisplays met lcd-scherm’ (hierna: LFD’s) in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De LFD’s worden gebruikt in openbare ruimtes, zoals luchthavens en stations, om reisinformatie weer te geven of in kantoren om algemene informatie weer te geven1 en beschikken over verschillende aansluitingsmogelijkheden.

1.2

In geschil is de indeling van de LFD’s in de GN. De Inspecteur2 staat indeling onder postonderverdeling 8528 59 40 van de GN voor als monitor met lcd-beeldscherm (14%). Belanghebbende bepleit indeling onder postonderverdeling 8528 51 00 van de GN als computermonitor (vrij). Onder deze laatste postonderverdeling worden monitors ingedeeld “van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471”.

1.3

Zowel rechtbank Noord-Holland (hierna: de Rechtbank) als gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) hebben overwogen dat uit het arrest Kamino International Logistics3 (hierna: Kamino) van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) voortvloeit dat voor de beoordeling of de LFD’s eenheden zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem de toelichting op het Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: GS) moet worden geraadpleegd. In de GS-toelichting is vermeld dat monitors die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem ontwerpkenmerken hebben die het mogelijk maken om gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.

1.4

Aangezien de LFD’s niet zijn ontworpen om gedurende een langere periode op korte afstand te worden bekeken, zijn zij volgens de Rechtbank en het Hof niet aan te merken als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk in een automatisch gegevensverwerkend systeem worden gebruikt. Deze feitelijke instanties4 hebben dan ook geoordeeld dat de LFD’s niet onder postonderverdeling 8528 51 kunnen worden ingedeeld.

1.5

Uit Kamino leid ik af dat de LFD’s niet van de soort zijn die uitsluitend wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem, omdat vaststaat dat zij over verschillende aansluitmogelijkheden beschikken en ook signalen kunnen weergeven die afkomstig zijn van andere bronnen dan een automatisch gegevensverwerkend systeem.

1.6

Derhalve moet worden beoordeeld of de LFD’s worden geacht te zijn van de soort die hoofdzakelijk in een dergelijk systeem wordt gebruikt.

1.7

Het HvJ overwoog in Kamino dat bij de beoordeling of monitoren die over aansluitmogelijkheden beschikken eenheden zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem zowel van belang is in welke mate zij verscheidene functies kunnen vervullen, alsmede welk prestatieniveau zij bij de vervulling van die functies bereiken. Het criterium “zijn van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem” ziet derhalve niet op het gebruik van de monitor als zodanig, maar op de functies die deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van de monitor, kan vervullen.

1.8

Daarnaast heeft het HvJ in Kamino een bron aangewezen waarop in dat geval een beroep moest worden gedaan bij de indeling van de in dat geding aan de orde zijnde monitoren in de GN, namelijk de toelichtingen met betrekking tot post 8471 van het GS, in het bijzonder de punten 1 tot en met 5. Hierin is onder meer vermeld dat eenheden van de soort die hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem onder meer kunnen worden geïdentificeerd door het kenmerk dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand.

1.9

Het technische kenmerk dat het HvJ in Kamino van belang heeft geacht is thans genoemd in de GS-toelichting, onder A, slotalinea, namelijk of het mogelijk is om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm van de LFD’s te kijken.

1.10

Het Hof heeft vastgesteld dat de LFD’s evident niet zijn ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die zijn bestemd om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Belanghebbende heeft niet gesteld dat de LFD’s beschikken over een of meer van de andere in de GS-toelichting genoemde technische kenmerken. Gelet daarop heeft het Hof mijns inziens terecht geoordeeld dat de LFD’s niet dienen te worden aangemerkt als eenheden van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem en niet kunnen worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 51.

1.11

Ik concludeer dan ook tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep.

2 De feiten5

2.1

Belanghebbende heeft vijf bti’s aangevraagd voor LFD’s. Zij heeft daarbij verzocht om indeling van de LFD’s onder postonderverdelingen 8528 51 00 90 of 8532 20 40 90 van de GN.

2.2

De Inspecteur heeft naar aanleiding van belanghebbendes aanvragen vijf bti’s afgegeven (met dagtekening 24 en 26 april 2013). Hierin is vermeld dat de LFD’s volgens opgave de volgende uiterlijke en technische kenmerken bezitten:

Bti met kenmerk

NL RTD-

2013-

[001]

2013-

[002]

2013-

[003]

2013-

[004]

2012-

[005]

Datum afgifte bti

24-04-2013

24-04-2013

24-04-2013

24-04-2013

26-04- 2013

Beelddiagonaal in inch

55

46

46

46

70

Candela in cd/m2

700

700

450

700

600

Pixel pitch

onbekend

0,7455

0,7455

0,530

0,807

Pixel matrix

0,21 x 0,63

onbekend

onbekend

onbekend

onbekend

Aansluitingen

- DVI-D

- D-sub

- CVBS

- RS232

- HDMI

- BNC

- AV

- RGB

- Display port

- RJ45

- Audio

- USB

- RCA

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja6

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Sleuf voor een SIM

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Ingebouwde video

matrix processor

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee

Aspect ratio

16:9

16:9

16:9

16:9

16:9

Maximale resolutie

in pixels

1920x1080

1366x768

1366x768

1920x1080

1920x1080

Afmetingen in mm

1263,8x741,7x136,3

1263,8x741,7x136,3

onbekend

onbekend

1668x989x138

Gewicht in kg

35,5

26,3

19,3

24,5

81,7

2.3

De LFD’s worden tezamen verpakt met niet-karakterbepalende goederen zoals een afstandsbediening, diverse kabels en een gebruiksaanwijzing.

2.4

De Inspecteur heeft de door belanghebbende voorgestane indeling niet gevolgd. Hij heeft de LFD’s ingedeeld onder postonderverdeling 8528 59 40 van de GN.

2.5

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de bti’s. Bij uitspraken op bezwaar van 2 juli 2013 heeft de Inspecteur de bezwaren afgewezen en de bti’s gehandhaafd.

3 Het geding in feitelijke instanties

De Rechtbank

3.1

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Voor de Rechtbank was de indeling van de LFD’s in de GN in geschil. Belanghebbende nam het standpunt in dat de LFD’s onder postonderverdeling 8528 51 00 moeten worden ingedeeld. De Inspecteur stelde zich op het standpunt dat de LFD’s moeten worden ingedeeld onder postonderverdeling 8528 59 40.

3.2

De Rechtbank overwoog dat de eigenschappen van de goederen maken dat zij niet zijn bedoeld om gedurende een langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken bij het uitvoeren van werkzaamheden met een automatische gegevensverwerkende machine. Bovendien beschikken de goederen over meerdere aansluitingen, zodat zij ook gegevens van andere bronnen kunnen weergeven.

3.3

Onder verwijzing naar Kamino oordeelde de Rechtbank dat de LFD’s geen schermen zijn als bedoeld bij postonderverdeling 8528 51 00, omdat zij, gelet op de technische eigenschappen van de goederen en het feit dat de goederen zijn ontworpen om beelden te tonen aan anderen dan de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine, niet hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem.

3.4

Bij uitspraak van 18 augustus 2014, nrs. HAA 13/3433 tot en met 13/3437, ECLI:NL:RBNHO:2014:8579 heeft de Rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard.

Het Hof

3.5

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Voor het Hof hebben partijen dezelfde standpunten ingenomen als in eerste aanleg.

3.6

Het Hof onderschrijft het oordeel van de Rechtbank dat op basis van Kamino moet worden geconcludeerd dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem (cursivering in origineel):

“6.4. In rechtsoverweging 60 van het arrest van het Hof van Justitie EU van 19 februari 2009 (nr. C-376/07 (Kamino International Logstics B.V., hierna: Kamino-arrest) heeft het Hof van Justitie gepreciseerd dat monitoren die hoofdzakelijk worden gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem kunnen worden geïdentificeerd door technische kenmerken, in het bijzonder het feit dat zij zijn ontworpen voor werk op korte afstand en dat zij (daarom) lage elektromagnetische veldemissies hebben. Vergelijkbare criteria zijn thans opgenomen in de GS-toelichting, onder A, slotalinea: “De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingsvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken.” De onderwerpelijke monitors zijn evident niet ontworpen voor werk op korte afstand, maar als informatieschermen (displays) die bestemd zijn om te worden gebruikt in openbare ruimtes. Hierdoor ontbreekt naar het oordeel van het Hof enige interactie tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik in een automatisch gegevensverwerkend systeem. Het betreft derhalve geen schermen als bedoeld in postonderverdeling 8528 51, doch “andere monitoren” als bedoeld in postonderverdeling 8528 59.”

3.7

Het Hof heeft de hoger beroepen van belanghebbende bij uitspraak van 15 december 2015, nrs. 14/00707 tot en met 14/00711, ECLI:NL:RBNHO:2014:8579, FutD 2016-0086, DouaneUpdate 2016-0061 ongegrond verklaard.

4 Het geding in cassatie

4.1

Belanghebbende heeft tijdig en ook overigens op regelmatige wijze beroep in cassatie ingesteld.

4.2

Belanghebbende heeft de volgende cassatiemiddelen voorgesteld:7

4.3

Middel 1a:

“Schending van het recht, en/of artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, niet heeft vastgesteld, noch heeft onderzocht, noch heeft besproken dat de monitors uitsluitend worden gebruikt in combinatie met computers terwijl dit zowel door de Inspecteur als door belanghebbende is betoogd.”

4.4

Middel 1b:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en indelingsregel 1 en 6 van Bijlage 1 van Verordening 2648/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat geen indeling onder postonderverdeling 8528 51 kan plaatsvinden terwijl het partijen niet verdeeld houdt dat de producten voldoen aan de letterlijke bewoording van deze postonderverdeling, namelijk dat de monitors uitsluitend worden gebruikt in combinatie met computers.”

4.5

Middel 2:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd, doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor de indelingen onder die postonderverdelingen van belang is de beantwoording van de prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie in “Kamino” voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren.”

4.6

Middel 3:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat de factoren genoemd in de huidige GS-toelichting, onder A, slotalinea: “De monitors van deze groep kenmerken zich door lage elektromagnetische stralingen, en zij hebben vaak kantel- en draaimechanismen, ontspiegelde oppervlakken, trillingvrij beeld en andere ergonomische ontwerpkenmerken om het mogelijk te maken gedurende langere periode op korte afstand naar het scherm te kijken”, uitsluiten dat producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, ingedeeld worden onder postonderverdeling 8528 51.”

4.7

Middel 4a:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zij om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, van belang is voor de indeling de vraag of sprake is van interactie tussen de lezer van de monitor en de gebruiker van de automatische gegevensverwerkende machine.”

4.8

Middel 4b:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat voor producten die evident niet ontworpen zijn voor werk op korte afstand maar als informatieschermen die bestemd zijn om in combinatie met computers te worden gebruikt in openbare ruimtes en kantoren, geen interactie plaatsvindt tussen de gebruiker (lezer) van de monitor en de gebruiker van de automatisch gegevensverwerkende machine.”

4.9

Middel 5:

“Schending van het recht, in het bijzonder het bepaalde opgenomen onder postonderverdeling 8528 51 en onder postonderverdeling 8528 59 van Bijlage 1 van Verordening 2658/87 en/of artikel 8:77 Awb, dan wel verzuim van vormen waarvan de niet-inachtneming met nietigheid wordt bedreigd doordat het Gerechtshof ten onrechte, dan wel ongemotiveerd, heeft geoordeeld dat geen sprake is van uitsluitend of hoofdzakelijk gebruik van het scherm in een automatisch gegevensverwerkend systeem en derhalve indeling onder postonderverdeling 8528 51 van de GN moet plaatsvinden.”

4.10

De staatssecretaris van Financiën (hierna: de Staatssecretaris) heeft een verweerschrift ingediend, waarin hij de standpunten van belanghebbende weerspreekt en concludeert dat het ingestelde beroep niet tot cassatie kan leiden.

4.11

Belanghebbende heeft niet gerepliceerd.

5 Indeling van goederen

6 Afdeling XVI, hoofdstuk 85 van de GN

7 Indelingsverordeningen

8 Kamino

9 Conclusie