Home

Rechtbank Amsterdam, 23-02-2009, BH4398, 08/4032

Rechtbank Amsterdam, 23-02-2009, BH4398, 08/4032

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
23 februari 2009
Datum publicatie
11 maart 2009
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2009:BH4398
Zaaknummer
08/4032

Inhoudsindicatie

Heffing ingezetenenomslag in verband met waterschapstaak wegenbeheer. Ingezetene van waterschap is terecht in de heffing betrokken. De omstandigheid dat in een gedeelte van dit gebied waarin het waterschap de taak wegenbeheer vervult, de facto -als gevolg van de werking van de Wet herverdeling wegenbeheer- geen wegen zijn waarop dat beheer betrekking kan hebben, doet daaraan niet af.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 08/4032

Uitspraakdatum: 23 februari 2009

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X, wonende te Z, eiser,

en

de heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Met dagtekening 12 maart 2007 is aan eiser voor het jaar 2007 een aanslag ingezetenenomslag opgelegd ten bedrage van € 37,07 (hierna ook: de aanslag).

Bij uitspraak op bezwaar van 19 april 2008 heeft verweerder de aanslag gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen bij (ongedateerde) brief, ontvangen bij de rechtbank op 19 mei 2008, beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting van de enkelvoudige kamer heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2008. Eiser is daar in persoon verschenen. Namens verweerder zijn A en B verschenen. Verweerder heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en daarvan exemplaren overgelegd aan de rechtbank en de wederpartij. Het onderzoek is toen geschorst. Vervolgens is de zaak ter verdere behandeling verwezen naar de meervoudige kamer.

Verweerder heeft bij brief van 10 november 2008 een nader stuk met bijlagen ingediend, dat in afschrift aan eiser is gezonden. Bij faxbericht van 28 januari 2009 heeft verweerder nadere stukken ingediend, welke stukken eveneens in afschrift aan eiser zijn gezonden.

Het beroep is vervolgens behandeld ter zitting van de meervoudige kamer op 30 januari 2009. Eiser is daar, hoewel behoorlijk uitgenodigd, niet verschenen. Namens verweerder zijn verschenen A en B.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. Eiser bewoonde geheel 2007 de woning a-straat 1 te Z. De woning is gelegen binnen de bebouwde kom.

2.2. Eiser is ingezetene van het taakgebied van waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waaraan binnen dat gebied de zorg voor de waterkering, het kwantitatief oppervlaktewaterbeheer en het beheer van de vaarwegen is opgedragen.

2.3. Bij de bestreden aanslag heeft verweerder eiser tevens aangemerkt als ingezetene van het taakgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en is aan eiser voor het jaar 2007 in verband daarmee een aanslag ingezetenenomslag opgelegd. In hetzelfde geschrift is de aan eiser door het waterschap Amstel, Gooi en Vecht voor het jaar 2007 opgelegde aanslag ingezetenenomslag bekendgemaakt.

2.4.1. Bij de gedingstukken bevindt zich het met ingang van 1 januari 2003 in werking getreden Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna: het Reglement). In het Reglement is - voor zover hier van belang - onder meer het volgende bepaald:

"Artikel 2

1. Het gebied van het hoogheemraadschap is aangegeven op de van dit reglement deel uitmakende kaart, nr. 1.

(…)

Artikel 3

(…)

3. Het hoogheemraadschap heeft daarnaast als taken de zorg voor: (…)

c. wegen.

(…)

8. De zorg voor wegen omvat het beheer van de wegen:

a. voor zover niet gelegen in een bebouwde kom (…);

b. op de waterkeringen (..)

9. De begrenzing van het omslagplichtig gebied, dat behoort bij de in lid 8 sub a bedoelde wegenzorg, is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart, nr. 4. (..)"

2.4.2. Blijkens de hiervoor genoemde kaart nr. 1. is de woning van eiser gelegen binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, maar buiten gebied dat omslagplichtig is voor kwantiteitsbeheer, waterkeringszorg en wegenzorg op waterkeringen. Blijkens de hiervoor genoemde kaart nr. 4. is de woning van eiser gelegen binnen het omslagplichtig gebied voor wegenzorg.

3. Geschil

3.1. In geschil is of aan eiser terecht een aanslag ingezetenenomslag is opgelegd.

3.2. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslag. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

3.3. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken en het verhandelde ter zitting.

4. Beoordeling van het geschil

4.1.1. Artikel 116, aanhef en onder d, van de Waterschapswet (tekst zoals die tot 29 december 2007 luidde, verder te noemen: de Wet) luidt voor zover van belang als volgt:

"Ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van taken die het waterschap zijn opgedragen kunnen enkel omslagen worden geheven van hen die:

(..)

d. ingezetenen zijn;"

4.1.2. Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de met ingang van 1 januari 2007 geldende Omslagverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2007 (hierna: de Omslagverordening) wordt met betrekking tot de taken van het hoogheemraadschap inzake waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer en wegenbeheer onder de naam 'ingezetenenomslag' een omslag geheven van degenen die in een taakgebied ingezetenen zijn.

Ingevolge het tweede lid van artikel 13 van de Omslagverordening, voor zover hier van belang, wordt als ingezetene aangemerkt degene die blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het hoogheemraadschap en die aldaar het gebruik heeft van woonruimte.

4.2. Nu niet in geschil is dat de door eiser bewoonde woning is gelegen in het (beheers)gebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier moet worden vastgesteld dat eiser ingezetene is als bedoeld in artikel 13 van de Omslagverordening.

4.3. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij, nu zijn woning is gelegen in de bebouwde kom van Z, niet als ingezetene kan worden aangemerkt. Daartoe voert hij aan dat de grenzen van waterschappen samenvallen met hun taakgrenzen, dat het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier geen wegenbeheerstaak uitvoert in de bebouwde kom in Z en dat het het hoogheemraadschap op grond van het bepaalde in de Wet herverdeling wegenbeheer ook niet is toegestaan om wegen binnen de bebouwde kom te beheren. Om die reden kan hij niet in de ingezetenenomslag worden betrokken, aldus eiser.

4.4.1. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat - anders dan eiser kennelijk meent - geen grond om artikel 116, aanhef en onder d, van de Wet zo uit te leggen dat een ingezetene slechts dan in de heffing van de ingezetenenomslag kan worden betrokken indien de bij hem in gebruik zijnde woonruimte een specifiek belang heeft bij de taakuitoefening van het waterschap. De wetgever heeft het algemene belang dat iedere ingezetene heeft bij 'wonen-werken-leven' binnen het gebied waar het waterschap zijn taken uitoefent, voldoende grond geacht voor de ingezetenenomslag. Uit de rechtspraak volgt verder dat in een situatie als de onderhavige wonen binnen het gebied van het waterschap beslissend is voor de omslagplicht van ingezetenen.

4.4.2. Onder het hiervoor genoemde 'gebied van het waterschap' moet worden verstaan het gebied zoals dat door provinciale staten bij reglement is vastgesteld en begrensd. De omstandigheid dat in een gedeelte van dit gebied waarin het waterschap de taak wegenbeheer vervult, de facto - als gevolg van de werking van de Wet herverdeling wegenbeheer - geen wegen zijn waarop dat beheer betrekking kan hebben, doet daaraan niet af.

4.4.3. Nu niet in geschil is dat de door eiser bewoonde woning in het (beheers)gebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is gelegen, is eiser terecht in de ingezetenenomslag betrokken. De rechtbank verwijst in dit verband naar de gemeenschappelijke bijlage bij de conclusies van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad in (onder meer) de zaken 42.297 en 42.363 (in welke zaken eiser partij is), gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, LJN-nummers LJN BG4663 en LJN BG4670.

4.5. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 23 februari 2009 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. E. Jochem, voorzitter, mr.drs. M.C.C. van de Schepop en mr. J.L. Bruinsma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.J.M. de Jong, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.