Home

Rechtbank Amsterdam, 19-10-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6672, C/13/6016161 / HA ZA 16-136

Rechtbank Amsterdam, 19-10-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6672, C/13/6016161 / HA ZA 16-136

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
19 oktober 2016
Datum publicatie
19 oktober 2016
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2016:6672
Formele relaties
Zaaknummer
C/13/6016161 / HA ZA 16-136

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Geschil tussen erfgenamen (twee kleinzonen) over de vraag of een woonhuis tot de nalatenschap behoort. Erflater heeft bij leven de economische eigendom van een woonhuis aan één van zijn kleinzonen geleverd. De kleinzoon heeft gebruik gemaakt van de aan hem door erflater verleende onherroepelijk volmacht tot levering van de juridische eigendom. Die levering is rechtsgeldig, waardoor het woonhuis geen deel heeft uitgemaakt van de nalatenschap (artikelen 3:74, 3:77 en 4:182 BW). Ten overvloede overweegt de rechtbank dat zelfs al zou de juridische eigendom op grond van het legaat aan de kleinzoon zijn afgegeven, het woonhuis geen deel uitmaakt van de nalatenschap. De constructie waarbij bij de verkoop van een onroerend goed slechts de economische eigendom werd geleverd en de juridische eigendom (nog) niet, terwijl gelijktijdig bij testament erfrechtelijke voorzieningen werden getroffen om de juridische eigendom op de koper/economisch eigenaar langs de erfrechtelijke weg (bij legaat) over te kunnen laten gaan, was destijds gebruikelijk en had uitsluitend een fiscaal motief. Het testament kan niet anders worden uitgelegd dan dat de bedoeling van erflater was dat het woonhuis na het overlijden van erflater en erflaatster door afgifte van het legaat in volledige eigendom aan kleinzoon zou toekomen.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/601616 / HA ZA 16-136

Vonnis van 19 oktober 2016

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. J.C. Duvekot,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 6 november 2015 met producties;

-

de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;

-

het tussenvonnis van 6 april 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;

-

conclusie van antwoord in reconventie;

-

het proces-verbaal van comparitie van 24 augustus 2016 met de daarin vermelde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Op 26 oktober 2012 is [erflaatster] (hierna: erflaatster) overleden. Erflaatster was in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met [erflater] (hierna: erflater). Erflater is op 13 november 2008 overleden.

2.2.

[eiser] en [gedaagde] zijn broers van elkaar en beiden erfgenamen in de nalatenschap van erflaatster. Tevens zijn [eiser] en [gedaagde] gerechtigd tot de (onverteerde en onvervreemde) nalatenschap van erflater.

2.3.

Op 15 september 1992 is een notariële akte van economische eigendomsoverdracht met hypotheekverlening (hierna: de akte van economische eigendomsoverdracht) verleden, waarin is vastgelegd dat erflater op 1 januari 1992 aan [gedaagde] een woonhuis aan de [adres] te [plaats] (hierna: het woonhuis) heeft verkocht. In de akte is voorts, voor zover van belang, het volgende vastgelegd:

“Heden, de vijftiende september negentienhonderd twee en negentig, verschenen voor mij, (…) kandidaat-notaris (…)

1. De heer [erflater], (…) hierna genoemd: verkoper;

2. Mevrouw (…) te dezen handelende als schriftelijk gevolmachtigde van de heer [gedaagde] (…) hierna genoemd: koper

(…)

REGISTERGOED

Verkoper verklaart op één januari negentienhonderd twee en negentig te hebben verkocht aan koper, die verklaart van verkoper te hebben gekocht:

- het woonhuis (…) aan de [adres] te [plaats] (…)

hierna ook te noemen het verkochte

(…)

KOOPPRIJS, VERREKENING DIVERSE BEDRAGEN

De koopprijs bedraagt DRIEHONDERD TWINTIG DUIZEND GULDEN (ƒ.320.000,00), welk bedrag door koper is voldaan.

(…)

AFLEVERING, ECONOMISCHE OVERDRACHT

Het verkochte wordt op heden in economische zin overgedragen (afgeleverd) aan koper, met dien verstande dat alle baten en lasten voor rekening en risico van koper zijn met ingang van één januari negentienhonderd twee en negentig.

Het verkochte is met ingang van heden voor risico van koper.

(…)

BEDINGEN

economische eigendom

Artikel 1

Koper is vanaf één januari negentienhonderd twee en negentig bevoegd tot het verrichten van alle feitelijke handelingen en rechtshandelingen met betrekking tot het verkochte als was hij eigenaar. (…)

lasten en belastingen

Artikel 2

1. De onderhavige overdracht is niet onderworpen aan omzetbelasting.

(…)

juridische overdracht

Artikel 7

1. Koper is bevoegd te verlangen dat de overdracht in eigendom, geheel of gedeeltelijk, niet aan hem maar aan een of meer door hem aan te wijzen andere personen moet plaatsvinden. Deze aanwijzing moet door koper geschieden in de akte van levering.

2. Partijen zijn overeengekomen dat de huidige akte niet bestemd is tot levering in eigendom van het verkochte.

3. In de akte van levering zal nauwkeurig melding gemaakt worden van de onderhavige akte en van de hierin opgenomen bepalingen, bedingen en voorwaarden. Bijkomstige bepalingen, die niet op de eigendomsoverdracht betrekking hebben, kunnen worden weggelaten.

onherroepelijke volmacht

Artikel 8

1. Verkoper geeft onherroepelijke volmacht aan koper, zulks met de bevoegdheid voor koper een ander voor zich in de plaats te stellen, om op zijn naam, doch voor rekening van koper, desgewenst te verrichten alle handelingen bedoeld in artikel 1 en in artikel 7, ook met zichzelf als wederpartij.

2. Deze volmacht vormt een onverbrekelijk bestanddeel van de koopovereenkomst en strekt uitsluitend in het belang van koper casu quo van degeen die voor hem in de plaats is gesteld. Uit dit belang volgt dat zij niet zal eindigen door het overlijden of de onder curatelestelling van de volmachtgever, noch van de gevolmachtigde, alsmede niet door de herroeping door de volmachtgever.

(…)

Hypotheekstelling

Artikel 12

Tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen verkoper terzake van de koopovereenkomst nu of te eniger tijd verschuldigd zal zijn aan koper (…) wegens de uitvoering van deze overeenkomst wordt door de verkoper recht van hypotheek verleend op het verkochte (…).

(…)

Artikel 15

Mede is voor mij, notaris, verschenen:

mevrouw [gedaagde], (…) echtgenote van verkoper, die verklaart:

a. dat zij haar echtgenoot de krachtens artikel 88 Boek 1 Burgerlijk Wetboek vereiste toestemming verleent tot het verrichten van voormelde rechtshandelingen;

b. dat de in deze akte gemelde zaken onder bestuur van haar echtgenoot staan;

c. dat de in deze akte gemelde zaken niet dienstbaar zijn aan een door haar uitgeoefend beroep of bedrijf.

d. (…)”.

2.4.

Zowel erflater als erflaatster hebben bij testamenten van 24 oktober 1986 en 15 september 1992 over hun nalatenschap beschikt. In het testament van 15 september 1992 (hierna: het testament) van erflater is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:

“(…)

I. Ik herroep het in mijn testament op vier en twintig oktober negentienhonderd zes en tachtig (…) gemaakte legaat.

II. Ter aanvulling op mijn voormelde testament, hetwelk ik overigens uitdrukkelijk in stand houd, maak ik daarop de volgende aanvulling:

Voor het geval ik kom te overlijden vóór danwel gelijktijdig met mijn echtgenote, mevrouw [erflaatster] , legateer ik aan de heer [gedaagde] (…): (mijn aandeel in) de juridische eigendom van het woonhuis (…) aan de [adres] te [plaats] (…), onder de verplichting voor hem om in mijn nalatenschap in te brengen het recht op (juridische) levering van voormeld registergoed, welk recht voor hem uit de akte houdende economische eigendomsoverdracht, op heden (…) verleden, voortvloeit.

De last tot uitkering van voormeld legaat leg ik op aan mijn voornoemde echtgenote (…)”.

2.5.

Bij notariële akte van 8 juli 2014 is de juridische eigendom van het woonhuis door [gedaagde] met gebruik van de in de akte van economische eigendomsoverdracht opgenomen volmacht aan hem geleverd. In deze akte is, voor zover van belang, het volgende vastgelegd:

“(…) verscheen voor mij (…) notaris (…)

[gedaagde] (…)

Te dezen handelende:

1. voor zich, als economisch eigenaar van [het woonhuis];

2. als onherroepelijk gevolmachtigde van de oorspronkelijke juridische eigenaar van [het woonhuis], te weten [erflater] (…), dan wel diens rechtsopvolgers onder algemene titel;

3. voor zich als verkrijger van de juridische eigendom van het desbetreffende registergoed.

De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde bij deze akte te willen overgaan [tot] overdracht van de eigendom – in uitsluitend juridische zin – van [het woonhuis].

(…)

Levering juridische eigendom

De comparant verklaarde dat in het kader van de afwikkeling van de nalatenschappen van erflater en erflaatster de verhoudingen tussen de erfgenamen zodanig verstoord zijn, dat toedeling van de juridische eigendom of medewerking van de mede-erfgenaam aan de afgifte van het legaat van de eigendom – uitsluitend in juridische zin – niet aannemelijk is.

De comparant verklaarde dat hij om deze reden er de voorkeur aan geeft de levering van de eigendom – uitsluitend in juridische zin – te laten plaatsvinden door gebruikmaking van de in de akte van economische eigendomsoverdracht opgenomen onherroepelijke volmacht.

Ter uitvoering daarvan verklaarde de comparant, handelende in zijn onder 1. gemelde hoedanigheid als economisch eigenaar en in zijn onder 2. gemelde hoedanigheid van onherroepelijk gevolmachtigde – de eigendom – uitsluitend in juridische zin – van [het woonhuis] te leveren aan zichzelf, welke levering de comparant, handelende in zijn onder 3. gemelde hoedanigheid verklaarde te aanvaarden.

(…)”.

Deze akte is op 9 juli 2014 ingeschreven in het Kadaster.

2.6.

[eiser] heeft op 4 december 2015 conservatoir beslag doen leggen op [adres] te [plaats] .

3 Het geschil

3.1.

[eiser] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

I. primair: voor recht verklaart dat de levering van [gedaagde] aan zichzelf van het woonhuis nietig is,

subsidiair: de levering vernietigt,

meer subsidiair: [gedaagde] veroordeelt tot het ongedaan maken van de levering aan zichzelf met hersel van de registratie op naam van de erven, dan wel beide erfgenamen, op straffe van een dwangsom,

(in geval van toewijzing gunt [eiser] aan [gedaagde] , ter vervanging van de registratie van het woonhuis op beider naam dan wel de erven, de keuze tot uitbetaling aan [eiser] van 50% van de getaxeerde dagwaarde van het woonhuis, bij wijze van partiële verdeling van de nalatenschap, in welk geval [gedaagde] na uitbetaling van de waarde van de onverdeelde helft aan [eiser] , de volledige eigendom behoudt);

II. [gedaagde] veroordeelt tot inbreng in de nalatenschap van alle huurpenningen sinds het overlijden van erflaatster op 26 oktober 2012, dan wel, bij uitbetaling aan [eiser] van de helft van het perceel, de helft van de huurpenningen;

III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de schade die [gedaagde] heeft veroorzaakt door de nietige, althans onrechtmatige tenaamstelling van het woonhuis op zijn naam, te begroten op de werkelijke juridische kosten van dit geding;

IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de proceskosten vermeerderd met de nakosten.

3.2.

[gedaagde] voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

in reconventie

3.4.

[gedaagde] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis primair het conservatoir beslag op de [adres] opheft en subsidiair [eiser] gebiedt om binnen twee dagen na betekening van het vonnis tot opheffing van het beslag over te gaan, op straffe van een dwangsom, een en ander met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.5.

[eiser] voert verweer.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing