Home

Rechtbank Breda, 18-02-2011, BP7674, 10/1784

Rechtbank Breda, 18-02-2011, BP7674, 10/1784

Gegevens

Instantie
Rechtbank Breda
Datum uitspraak
18 februari 2011
Datum publicatie
15 maart 2011
ECLI
ECLI:NL:RBBRE:2011:BP7674
Formele relaties
Zaaknummer
10/1784

Inhoudsindicatie

Verklaring arbeidsrelatie.

Ten onrechte VAR-Loon in plaats van VAR-DGA afgegeven aan sport(bonds)coach nu aanwijzingen door opdrachtgever niet zijn gericht op het verrichten van arbeid maar op het resultaat van arbeid (beroep gegrond).

Uitspraak

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 10/1784

Uitspraakdatum: 18 februari 2011

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats],

eiser,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht,

verweerder.

Eiser wordt hierna belanghebbende genoemd en verweerder inspecteur.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van de inspecteur van 19 maart 2010 op het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking als bedoeld in artikel 3.156, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Verklaring arbeidsrelatie) met kenmerk VAR/[nummer].

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2011 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde], verbonden aan [belastingadviesbureau] BV te [woonplaats], alsmede namens de inspecteur, [gemachtigde]. De bij de rechtbank onder de procedurenummers 10/1784 en 10/2981 geregistreerde beroepen zijn gelijktijdig ter zitting behandeld.

1.Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar, alsmede de beschikking;

-merkt de sport(bonds)coach- en trainerwerkzaamheden aan als werkzaamheden die uitsluitend verricht worden voor rekening en risico van de vennootschap (VAR-DGA);

-veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.310;

- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 aan deze vergoedt;

-houdt de beslissing betreffende de te vergoeden schade aan.

2.Gronden

2.1.Belanghebbende heeft op [datum] 2008 voor het jaar 2010 een verzoek Verklaring arbeidsrelatie (hierna: de VAR) ingediend ter zake van sport(bonds)coach- en trainerwerkzaamheden. Op het aanvraagformulier heeft belanghebbende bij vraag 2c aangegeven de inkomsten uit de werkzaamheden te zien als inkomsten die hij als directeur-grootaandeelhouder (hierna: de DGA) verricht en die voor rekening en risico van zijn BV dienen te komen.

2.2.Belanghebbende is geruime tijd actief als coach en trainer op het gebied van de [X]sport. Op [datum] 2009 is [onderneming Z] BV in de persoon van belanghebbende als directeur een (nieuw) overeenkomst aangegaan met de [sportbond] (hierna: de [bond]) op het gebied van de [X]sport. [onderneming Z] BV verbindt zich in deze overeenkomst tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden. Aangezien de werkzaamheden feitelijk uitsluitend door een natuurlijk persoon kunnen worden verricht, vereenzelvigt de rechtbank hierna [onderneming Z] BV - in voormelde overeenkomst aangeduid als opdrachtnemer - met belanghebbende.

2.3.Bijlage 15 bij het beroepschrift is een kopie van de overeenkomst van [datum] 2009 tussen belanghebbende en de [bond] (hierna: de overeenkomst) gevoegd, waarin onder meer - voor zover van belang - het volgende is vermeld:

OVERWEGENDE DAT:

•[bond] door opdrachtnemer hierna te noemen werkzaamheden wil doen verrichten;

•Partijen er voor kiezen voormelde werkzaamheden te doen uitvoeren binnen het kader van een overeenkomst van opdracht;

•Opdrachtnemer zich bewust is van het onderscheid tussen de rechtsgevolgen van het sluiten van een arbeidsovereenkomst enerzijds en een overeenkomst van opdracht anderzijds

Artikel 1- Aard en inhoud van de opdracht

1. [bond] verstrekt aan de opdrachtnemer de opdracht tot het tijdelijk verrichten van enige

werkzaamheden op het gebied van de [X]sport senioren (zie bijlage I - Taken &

Verantwoordelijkheden) welke opdracht door opdrachtnemer wordt aanvaard.

2. De genoemde werkzaamheden worden naar beste vermogen, geheel zelfstandig en naar

eigen inzicht door opdrachtnemer verricht. Tussen partijen is geen sprake van een

gezagsverhouding als bedoeld in artikel 7:610 BW.

(…)

Artikel 3- overleg en geheimhouding

1. Bij het uitvoeren van de opdracht dient de opdrachtnemer de aanwijzingen van degene die

door de [bond] is aangesteld als opdrachtgever in acht te nemen.

2. Opdrachtnemer verstrekt gegevens en inlichtingen, gevraagd en ongevraagd, over de

voortgang en uitvoering van de overeengekomen opdracht.

3. [bond] verstrekt alle noodzakelijke informatie verband houdende met de uitvoering

opdracht. Opdrachtnemer verbindt zich om vertrouwelijk om te gaan met de [bond]

informatie en deze ook na afloop van deze overeenkomst geheim te houden.

Artikel 4- niet nakoming

1. Ingeval opdrachtnemer de verplichtingen zoals bedoeld onder artikel 1 of voortvloeiend

uit de opdracht zoals beschreven onder artikel1 niet nakomt is [bond] gerechtigd de

overeenkomst te ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring van [bond]

zonder rechtelijke tussenkomst en met onmiddellijke ingang, onverminderd het recht van

[bond] op volledige schadevergoeding en restitutie van de teveel betaalde vergoeding.

2. Ingeval [bond] haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt is opdrachtnemer

gerechtigd de overeenkomst te ontbinden door middel van een schriftelijke van

opdrachtnemer zonder rechtelijke tussenkomst en met onmiddellijke ingang, zonder

verlies van zijn aanspraak op de overeengekomen vergoeding, onverminderd het recht van

opdrachtnemer op volledige schadevergoeding.

(…)

Bijlage I

Taken en verantwoordelijkheden bondscoach [belanghebbende]

Algemene taken en verantwoordelijkheden

1.Verantwoordelijk voor de aan de bondscoach toegewezen kaders, de bijbehorende programma’s en de uitvoering van de [bond] Deelnemingsovereenkomst van de desbetreffende discipline.

2.De bondscoach is eindverantwoordelijk voor de (totale) [A], dit houdt in de senioren, [B], junioren, [C]. Voor de [B], junioren, [C] wordt de bondscoach geassisteerd voor de uitvoerende werkzaamheden door een daarvoor aangestelde bondscoach ([B], junioren & [C]).

3.In samenwerking met de bondscoach [B], junioren & [C] en de Teammanager het opstellen van het jaarwerkplan en de begroting voor het volgende jaar indienen bij de [bond] manager Topsport inclusief een fair en inzichtelijk, op prestaties gebaseerd uitzend - en selectiebeleid ([bond] Deelnemingsovereenkomst van de desbetreffende discipline).

4.Plannen en voorbereiden van wedstrijden, evenementen, trainingen en overige teamgerelateerde activiteiten.

5.Waar mogelijk nieuwe topcombinaties vormen in overleg met eigenaren en [D].

6.Regelmatig overleg en afstemming met de eventuele privé trainers.

7.Samenstellen van de kaders en selecteren van combinaties voor het nationale team daarbij geadviseerd door de [E] die de bondscoach tijdens de selectieprocedure informeert over het fit to compete zijn van de [F]. Kaderwijziging zal vooraf met de betreffende kaderlid worden besproken alvorens de (nieuwe) kadersamenstelling wordt gepubliceerd.

8.Aanwijzen van combinaties ([G]) voor uitzending naar internationale ([H]) wedstrijden.

9.Signaleren en adviseren van kaderleden, aangeven van verbeterpunten (topsportaanpak) aan [I], privé trainers, ouders en eigenaren op het gebied van het vinden van de juiste trainer, training, management en alle andere gebieden die de topsportprestatie (kunnen) beïnvloeden.

10.Mogelijkheden bieden voor goede clinics en trainingen voor A - & B kaderleden in nauwe samenwerking met de eventuele privé trainer.

11.Combinaties observeren tijdens trainingen en wedstrijden.

12.Goede contacten met nationale en internationale officials.

13.Regelmatig contact met nationale en internationale [J]organisatoren voor het verkrijgen van startplaatsen.

14.[bond] adviseren in het aanstellen van kaderbegeleiders (indien van toepassing).

15.Het bewust zijn van het feit dat de bondscoach in onderhavige rol altijd de [bond] representeert.

16.Participeren in het [bond] bondscoaches overleg en het trainersplatform (2x per jaar).

17.Deelnemen aan het coachplatform NOC*NSF.

18.Het in afstemming (vooraf) en in gezamenlijkheid met de Manager Topsport opereren naar de internationale [F]sportbond [H] in het algemeen en het [K] in het bijzonder inzake internationaal [X]beleid.

19.In samenwerking met de [bond] afdeling communicatie optimaal gebruik maken van de media en aanwezig zijn bij nader te bepalen officiële verplichtingen, pers en / of [bond] promotie – activiteiten.

Bij uitzending

1.Chef d’equipe bij officiële landenwedstrijden en tijdens het Internationale kampioenschap of deze functie wordt gedelegeerd aan de Teammanager.

2.De bondscoach / chef d’equipe is namens de [bond] gedurende de gehele periode van de uitzending verantwoordelijk voor het deelnemen van de deelnemers op de Internationale Kampioenschappen en officiële landen- en / of teamwedstrijden. Tevens is hij verantwoordelijk voor het aansturen en functioneren van alle deelnemers en overige teambegeleiders die officieel door de [bond] zijn benoemd.

3.De bondscoach / chef d’equipe kan aan de deelnemer en diens (persoonlijk aangestelde) begeleider individueel of gezamenlijk aanwijzingen geven ter bevordering van het naar behoren functioneren van de delegatie. De aanwijzingen kunnen zowel betrekking hebben op trainingen en wedstrijden als op het behoud van de goede sfeer in de delegatie. De deelnemer en diens begeleider zijn gehouden die aanwijzingen op te volgen en na te komen.

4.Indien een deelnemer zich misdraagt of de aanwijzingen van de bondscoach / chef d’equipe niet opvolgt, dan is deze gerechtigd maatregelen te treffen. In het uiterste geval kan hij de deelnemer het recht tot (verdere) deelname ontzeggen. Iedere genomen maatregel dient schriftelijk gerapporteerd te worden aan de Manager Topsport, die kan besluiten tot een voordracht bij de Aanklager.

5.Tot de uitsluitende bevoegdheden van de bondscoach / chef d’equipe behoren:

a.het aanwijzen en inschrijven van de combinatie ([G]) voor iedere rubriek

b.het aanwijzen en inschrijven van een team van deelnemers en [F] dat deelneemt aan de zgn. officiële landen- of teamwedstrijden.

6.De bondscoach / chef d’equipe heeft onder meer de volgende taken:

a.het regelen van de reis en het verblijf voor, tijdens en na het evenement van de deelnemers en / of [F].

b.het deelnemen aan de voorgeschreven “briefings”;

c.Het toezicht houden op de conditie en het welzijn van de [F] (in het geval er een [E] is aangesteld kunnen deze taken worden gedelegeerd), zorgt er voor dat de [L] bepalingen van [H] en [bond] worden toegepast en regelt de daarbij behorende administratieve afhandeling van [L] zaken, waaronder het [H] paspoort;

d.Het nakomen van afspraken, voorvloeiende uit bondssponsoring, alsmede het toezicht houden op het dragen van voorgeschreven wedstrijd- en uitgaanskleding, [M], [N] etc. in de daarvoor in aanmerking komende rubrieken. Dit zijn de zogenaamde rubrieken waar met een team of met individuele combinaties wordt deelgenomen aan de zgn. officiële landen- of team wedstrijden.

In de overige rubrieken op een Internationaal Kampioenschap wordt het dragen van de teamkleding ten zeerste op prijs gesteld.

e.Het verzorgen van de financiële afwikkeling voor, tijdens of direct na afloop van de wedstrijd.

f.Er zorg voor dragen dat het team representatief aanwezig is bij persbijeenkomsten en andere PR matige verplichtingen.

7.De bondscoach / chef d’equipe zal in overleg met de deelnemer, eventueel in overleg met diens privé trainer, toezien of alle [O]technische aspecten tijdens de uitzending worden nageleefd volgens de door [H] opgestelde “Code of Conduct”.”

2.4.Tussen partijen is in geschil of belanghebbende ter zake van de sport(bonds)coach- en trainerwerkzaamheden in aanmerking komt voor een VAR directeur-grootaandeelhouder (hierna: de VAR-DGA). Meer in het bijzonder is daarbij in geschil het antwoord op de vraag of sprake is van een gezagsverhouding tussen belanghebbende en de [bond]. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en de inspecteur bevestigend.

2.5.Tussen partijen is niet in geschil dat belanghebbende verplicht is de werkzaamheden voor de [bond] persoonlijk te verrichten en dat de [bond] verplicht is hem voor zijn werkzaamheden te belonen.

2.6.Ter zitting is komen vast te staan dat belanghebbende werkzaamheden verricht ingevolge de overeenkomst, zoals opgenomen in onderdeel 2.3. Aan de hand van deze overeenkomst onderzoekt de rechtbank of sprake is van een gezagsverhouding tussen belanghebbende en de [bond].

2.7.In de considerans van de overeenkomst is onder meer vermeld dat partijen de werkzaamheden willen uitvoeren binnen het kader van een overeenkomst van opdracht. In de overeenkomst is onder meer vermeld dat belanghebbende de werkzaamheden zal verrichten op het gebied van de [X]sport (artikel 1), dat belanghebbende aanwijzingen van degene die door de [bond] is aangesteld als opdrachtgever in acht moet nemen (artikel 3) en dat bij het niet-nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst, de [bond] gerechtigd is de overeenkomst te ontbinden (artikel 4).

2.8.Uit de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de overeenkomst ziet op bondscoachwerkzaamheden voor de Nederlandse [X]ploeg voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, met als doel het winnen van zoveel mogelijk prijzen op (inter)nationale (landen)wedstrijden. Belanghebbende heeft ter zitting onweersproken gesteld dat al zou er sprake zijn van ontevredenheid omtrent zijn functioneren bij derden, de overeenkomst niet zal worden ontbonden zolang de doelstelling van de [bond] wordt gerealiseerd.

2.9.Gelet op het in onderdeel 2.7 vermelde, in onderlinge samenhang bezien, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een gezagsverhouding tussen belanghebbende en de [bond]. Aan de inspecteur kan worden toegegeven dat de [bond] enig gezag op belanghebbende kan uitoefenen. Dat neemt echter niet weg dat, gelet op de artikelen van de overeenkomst en hetgeen in onderdeel 2.8 is vermeld, het gezag uitsluitend ziet op het verwezenlijken van het doel van de [bond], om zoveel mogelijk prijzen op (inter)nationale (landen)wedstrijden te winnen en niet op de wijze waarop belanghebbende de werkzaamheden uitvoert. Dat in de overeenkomst een uitputtende opsomming is opgenomen van de algemene taken en verantwoordelijkheden maakt zulks niet anders. Een doelstelling als deze is immers zeer vaag en vrijblijvend. Om voor de [bond] niettemin de mogelijkheid te bieden aan de hand van enige objectief controleerbare en meetbare gegevens te kunnen bepalen of aan de doelstelling wordt voldaan, of de maximale kans wordt verwezenlijkt om die doelen te bereiken, zijn genoemde aanvullende eisen en voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden betreffen echter geen aanwijzingen hoe belanghebbende zijn werkzaamheden moet verrichten. Deze voorwaarden worden daarom niet gezien als gezag in de zin van een arbeidsrelatie.

2.10.De in geschil zijnde vraag dient derhalve ontkennend te worden beantwoord, zodat het gelijk aan de zijde van belanghebbende is. Gelet hierop is het beroep gegrond verklaard.

3.Proceskosten en schadevergoeding

3.1. De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar en het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Belanghebbende heeft verzocht om vergoeding van de werkelijke proceskosten. Naar het oordeel van de rechtbank kan hiervan sprake zijn, indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. Belanghebbende heeft daartoe gesteld, voor zover de rechtbank begrijpt, dat de inspecteur tegen beter weten in heeft geprocedeerd en algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden. De rechtbank kan belanghebbende hierin niet volgen. Aan de onderhavige procedure ligt een andere overeenkomst ten grondslag dan die van [datum] 2006 ter zake waarvan de rechtbank ’s-Gravenhage op [datum] 2008 in nr. AWB [nummer], ondermeer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJN: [nummer], heeft beslist dat geen sprake was van een gezagsverhouding tussen belanghebbende en de [bond]. Naar het oordeel van de rechtbank stond vooraf niet onomstotelijk vast dat het standpunt van de inspecteur niet houdbaar was. Ook overigens is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit) en de daarbij behorende bijlage vervatte forfaitaire regeling kan worden afgeweken. De rechtbank zal een proceskostenvergoeding toekennen op grond van het Besluit.

3.2.De proceskostenvergoeding wordt voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.310 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 218, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 437 en een wegingsfactor 1).

3.3.Belanghebbende heeft verzocht om een vergoeding van andere schade dan proceskosten. De rechtbank zal gelet op de bijzondere omstandigheden in de onderhavige procedure op grond van artikel 8:73, tweede lid, van de Awb, de beslissing betreffende de vaststelling van de omvang van de schadevergoeding aanhouden en stelt belanghebbende in de gelegenheid zich hieromtrent binnen 8 weken na de verzenddatum van deze uitspraak uit te laten.

Aldus gedaan door mr. W.A.P. van Roij, voorzitter, mr. C.A.F.M. Stassen en mr. dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn, rechters, en door voorzitter en mr. W.Y. Ip, griffier, ondertekend.

De griffier, De voorzitter,

Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2011.

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 25 februari 2011.

Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, vijfde lid en artikel 28, zevende lid AWR).

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.