Home

Rechtbank Den Haag, 29-04-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:5395, AWB - 14 _ 11471

Rechtbank Den Haag, 29-04-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:5395, AWB - 14 _ 11471

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
29 april 2015
Datum publicatie
10 augustus 2015
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2015:5395
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 14 _ 11471
Relevante informatie
Experimentenwet BI-zones [Tekst geldig vanaf 01-01-2015] [Regeling ingetrokken per 2015-01-01] art. 1

Inhoudsindicatie

Aanslag BIZ-bijdrage ten onrechte opgelegd. In geschil is de vraag of de kosten die zijn gemaakt met betrekking tot de posten promotieactiviteiten en evenementen, kerstverlichting en algemene kosten het publiek belang dienen. De rechtbank stelt voorop dat de opbrengst van de BIZ bijdrage dient te worden gebruikt voor de bestrijding van kosten die zijn genoemd in artikel 1, tweede lid van de Experimentenwet BI-zones. Naar het oordeel van de rechtbank dient het algemene belang tenminste in gelijke mate te worden gediend als de gemeenschappelijke private belangen van de ondernemers teneinde de inzet van het instrument van gemeentelijke belastingheffing te rechtvaardigen. De promotieactiviteiten en evenementen die in de BI-zone zijn georganiseerd zijn naar het oordeel van de rechtbank qua karakter in overheersende mate gericht op de commerciële belangen van de winkeliers. Ook met betrekking tot de post kersverlichting overweegt de rechtbank dat deze niet onder de reikwijdte van artikel 1, tweede lid van de Wet valt. Ten aanzien van de algemene kosten oordeelt de rechtbank dat deze kosten – om te bepalen of deze het publiek belang dienen of niet – naar evenredigheid over de verschillende posten verdeeld dienen te worden. Het beroep is gegrond verklaard.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 14/11471

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2013 een aanslag (aanslagnummer [nummer] ) BIZ-bijdrage opgelegd.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiser en verweerder hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 maart 2015 te Den Haag.

Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [vertegenwoordiger] .

Overwegingen

Feiten

1. In de verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Dorpsstraat is onder meer bepaald - zakelijk weergegeven - dat onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ een directe belasting wordt geheven ter bestrijding van de kosten, die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. Deze belasting wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. In de Uitvoeringsovereenkomst BIZ Dorpsstraat – getekend op 21 april 2011 door de gemeente alsmede de Stichting Ondernemend Oud Zoetermeer (‘SOOZ’) – is bepaald dat de stichting ten behoeve van de subsidie jaarlijks een begroting en een activiteitenplan indient voor het betreffende gebied.

3. In de begroting voor het jaar 2013 staat onder meer het volgende vermeld:

Activiteit

Bloembakken € 12.000

Sfeerverlichting € 23.000

Graffitiverwijdering/onkruidverwijdering € 3.200

Straatmanager SHV € 18.750

Evenementen € 31.000

Bedrijfskosten € 3.500

Perceptiekosten € 4.000

Vrijwilligersvergoeding SHV € 3.000

Onvoorzien/Oninbaar (BTW of faillissement) € 6.400

Totaal € 104.850

4. De toelichting op de posten uit de resultaatrekening in de jaarrekening van de ‘SOOZ’ voor het jaar 2013 luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

Ontvangsten

BIZ bijdrage Gemeente Zoetermeer €102.875

Uitgaven

Beheer Dorpsstraat:

Promotieactiviteiten /Evenementen € 36.012

Kosten straatmanager € 10.987

Graffiti verwijdering € 1.218

Onderhoud bloemen/plantenbakken/verlichting € 22.781

Beveiligingskosten € 2.452

Reclame/advertenties € 10.437

Afschrijvingen: € 7.155(Inrichting en inventaris)

Algemene kosten: € 3.914

Contributie en bijdragen € 160

Kosten secretariaat € 158

Website € 450

Administratie € 668

Vergaderingen € 2.331

Receptiekosten € 147

Geschil 5. In geschil is of de aanslag BIZ-bijdrage terecht is opgelegd. Meer specifiek ligt de vraag voor of de kosten die zijn gemaakt met betrekking tot de posten promotieactiviteiten en evenementen, inrichting en inventaris en de algemene kosten het publiek belang dienen.

Beoordeling van het geschil

6. De rechtbank stelt voorop dat de opbrengst van de BIZ-bijdrage dient te worden gebruikt voor de bestrijding van kosten die zijn genoemd in artikel 1, tweede lid, van de Experimentenwet BI-zones (hierna: de Wet). Uit de wordingsgeschiedenis van deze Wet kan voorts niet worden afgeleid in welke mate door middel van BIZ-bijdragen bekostigde activiteiten ten minste het algemene belang moeten dienen ter rechtvaardiging van de heffing van zodanige bijdragen. Naar het oordeel van de rechtbank dient het algemene belang ten minste in gelijke mate te worden gediend als de gemeenschappelijke private belangen van de ondernemers teneinde de inzet van het instrument van gemeentelijke belastingheffing te rechtvaardigen. Er is anders dan verweerder heeft betoogd geen grond voor een terughoudende rechterlijke toetsing in dezen (vgl. Hof Den Haag 3 januari 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:476). Het feit dat de wetgever naar aanleiding van rechterlijke uitspraken wijzigingen in nieuwe wetgeving heeft aangebracht, geeft geen aanleiding om in het onderhavige geval anders te oordelen. Toepassing van deze wetswijziging die in het jaar 2013 nog niet in werking is getreden, zou strijd met het rechtszekerheidsbeginsel opleveren.

7. De bewijslast ter zake van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat het algemene belang ten minste in gelijke mate wordt gediend met de door middel van de BIZ-bijdrage bekostigde activiteiten, rust op verweerder. De rechtbank acht verweerder hierin niet geslaagd en overweegt ter zake van het in geschil zijnde drietal posten als volgt.

8. De promotieactiviteiten en evenementen die in de BI-zone in het onderhavige jaar zijn georganiseerd, zijn qua karakter in overheersende mate gericht op de commerciële belangen van de winkeliers. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat ook reeds voor de instelling van de BI-zone dergelijke activiteiten door de winkeliersvereniging werden georganiseerd. Ter zitting heeft verweerder zich voorts nog op het standpunt gesteld dat met name de Sinterklaasintocht het publiek belang dient. Gezien het feit dat verweerder geen argumenten heeft aangedragen op basis waarvan deze intocht afwijkt van de andere straatbrede evenementen en promotieactiviteiten, kan de rechtbank dit standpunt niet volgen.

9. Vast is komen te staan dat de post inrichting en inventaris onderverdeeld kan worden in de posten kerstverlichting ad € 4.501 en bloembakken ad € 2.654. Ten aanzien van de post kerstverlichting overweegt de rechtbank dat dit geen activiteit betreft die onder de reikwijdte van artikel 1, tweede lid, van de Wet valt. Hierbij wijst de rechtbank erop dat de plaatsing van deze verlichting, voor zover dit al pas na de instelling van de BI-zone voor het eerst ter hand is genomen, vooral zal zijn gericht op de promotie van de in de BI-zone gevestigde winkels en horecagelegenheden tijdens de feestdagen (vgl. Hof Den Haag 9 april 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1327).

10. Ten aanzien van de eveneens in geschil zijnde algemene kosten overweegt de rechtbank tot slot dat deze niet rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de verschillende posten. Naar het oordeel van de rechtbank dienen de algemene kosten - om te bepalen of deze het publiek belang dienen of niet - derhalve naar evenredigheid over de verschillende posten verdeeld te worden (vgl. wederom Hof Den Haag van 9 april 2014, ECLI:NL: GHDHA: 2014:1327). Het standpunt van verweerder dat de algemene kosten geheel aan het publiek belang toe te rekenen zijn omdat de BI-zone is ingesteld ten behoeve van het algemeen belang ongeacht de omvang van de verschillende activiteiten, volgt de rechtbank niet.

11. Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat het beroep gegrond zal worden verklaard.

12. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Derhalve wordt verweerder veroordeeld in de door eiseres genoemde kosten, te weten reis- en verblijfskosten, met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, te vergoeden tot een bedrag van € 6,64. Overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn gesteld noch gebleken.

Beslissing

Rechtsmiddel