Rechtbank Den Haag, 18-06-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7087, AWB - 15 _ 1685
Rechtbank Den Haag, 18-06-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7087, AWB - 15 _ 1685
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 juni 2015
- Datum publicatie
- 20 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2015:7087
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:1215, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 1685
- Relevante informatie
- Successiewet 1956 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 1a
Inhoudsindicatie
Erfbelasting. Partnervrijstelling. Als de moeder van eiser enkele weken later zou zijn overleden zou eiser recht hebben gehad op de partnervrijstelling. Op grond van redelijkheid en billijkheid eist eiser om toekenning van de vrijstelling. De rechtbank oordeelt dat het beroep op een goedkeurend besluit van de Staatsecretaris faalt omdat dit op andere jaren betrekking heeft, dat geen sprake is van een buitensporige individuele last, dat de rechter de innerlijke waarde of billijkheid van de wet niet kan toetsen en toepassing van de hardheidsclausule is voorbehouden aan de minister. Beroep ongegrond
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/1685
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2015 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [kantoorplaats], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 27 januari 2015 op het bezwaar van eiser tegen de aan hem opgelegde aanslag erfbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2015.
Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W. van Taanom en mr. M.O. Tjon.