Rechtbank Den Haag, 06-01-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:140, 15_4763 en 15_4765 LB
Rechtbank Den Haag, 06-01-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:140, 15_4763 en 15_4765 LB
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 januari 2016
- Datum publicatie
- 26 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2016:140
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:2867, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15_4763 en 15_4765 LB
Inhoudsindicatie
De rechtbank verklaart het beroep van een rechtspersoon die is opgehouden te bestaan niet-ontvankelijk omdat op naam van deze rechtspersoon niet langer rechtshandelingen kunnen worden verricht.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/4763 en SGR 15/4765
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres over de tijdvakken van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2005 en van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 naheffingsaanslagen loonbelasting opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 mei 2015 de naheffingsaanslagen verminderd.
Namens eiseres is daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Namens eiseres zijn vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2015.
Namens eiseres is verschenen [persoon A]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon B] en [persoon C].
Overwegingen
1. Blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel is eiseres op 11 januari 2012, omdat geen bekende baten meer aanwezig waren, zonder vereffening opgehouden te bestaan. Zodra een rechtspersoon is opgehouden te bestaan, kunnen niet langer op diens naam rechtshandelingen, waaronder het instellen van beroep, worden verricht (vergelijk Gerechtshof ’s Hertogenbosch 22 april 2011, ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ9911). Dat er aanleiding bestaat om eiseres te doen herleven is gesteld noch gebleken.
2. Gelet op het voorgaande dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard en komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke behandeling.
Proceskosten
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. Postema, voorzitter, en mr. J.P.F. Slijpen en mr. J.W. van den Berge, leden, in aanwezigheid van mr. T. Blauw, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2016.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.