Home

Rechtbank Den Haag, 15-11-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:14428, AWB - 16 _ 1016

Rechtbank Den Haag, 15-11-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:14428, AWB - 16 _ 1016

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
15 november 2016
Datum publicatie
6 december 2016
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2016:14428
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 16 _ 1016

Inhoudsindicatie

Precariobelasting, gedoogplicht, vertrouwensbeginsel

Eiseres, beheerder van een elektriciteits- en gasnetwerk binnen de gemeente, stelt dat de gemeente een gedoogplicht jegens haar heeft welke in de weg staat aan de heffing van precariobelasting. Hiertoe verwijst eiseres naar de met de gemeente gesloten privaatrechtelijke overeenkomsten. De rechtbank gaat hier niet in mee en oordeelt dat deze overeenkomsten slechts betrekking hebben op de activiteiten/werkzaamheden ten aanzien van leidingen en aansluitingen en niet mede het ‘hebben’ van deze leidingen en aansluitingen omvat. Voor het bestaan van een gedoogplicht kan eiseres zich ook niet met succes beroepen op een bepaling in een oprichtingsakte uit 1990. Het beroep van eiseres op schending van het vertrouwensbeginsel faalt, nu de enkele omstandigheid dat in de gemeentelijke verordening over een reeks van jaren een vrijstelling voor precarioheffing was vastgelegd, er niet toe kan leiden dat de gemeente - gelet op haar autonomie inzake precarioheffing - ervan had behoren af te zien alsnog precarioheffing voor kabels en leidingen in de verordening voor het jaar 2015 op te nemen. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 16/1016

(gemachtigde: mr. S.M. Dielemans-Goossens),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2015 een aanslag precariobelasting opgelegd.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 1 december 2015 de aanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres en verweerder hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2016.

Eiseres is vertegenwoordigd door haar gemachtigde, bijgestaan door [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon 4] , [persoon 5] en [persoon 6] .

Overwegingen

Feiten

1. Bij oprichtingsakte van 4 oktober 1990 is NV [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), opgericht. De gemeente Hulst (de gemeente) is één van de oprichtende aandeelhouders.

2. In die oprichtingsakte is in artikel 49 bepaald:

‘Voor zover de voor het transport en de distributie van nutsvoorzieningen als genoemd in artikel 2, lid 1 benodigde leidingen en kabels met toebehoren gelegd worden in gronden en/of wateren, die aan aandeelhouders in eigendom toebehoren of onder hun beheer staan, verlenen aandeelhouders om niet het persoonlijk of zakelijk recht aan de vennootschap om deze leidingen en kabels met toebehoren aldaar te leggen, te hebben, te gebruiken, te onderhouden, te verlagen, te wijzigen of weg te nemen.’

3. In 1998 wordt [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ), opgericht.

[bedrijf 1] wordt na statutenwijziging in 2002 [bedrijf 3] . [bedrijf 3] houdt de juridische eigendom van het netwerk. De economische eigendom van het netwerk berust bij [bedrijf 2] . De juridische eigendom van het netwerk gaat in 2010 (na splitsing) over op [bedrijf 4] BV. In 2010 fuseert [bedrijf 4] met [bedrijf 2] . [eiseres] (eiseres) is na naamswijziging sinds 4 januari 2016 als onderneming de voortzetting van [bedrijf 2] .

4. Met ingang van 1 oktober 2008 zijn eiseres (voorheen: [bedrijf 2] ) en de gemeente een ‘aansluit- en transportovereenkomst afnemer’ (ATO) aangegaan. Volgens artikel 2 van deze ATO zijn de ‘Algemene voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers, niet zijnde producenten’ (algemene voorwaarden grootverbruik) van toepassing.

5. Artikel 5.1 van de algemene voorwaarden grootverbruik luidt:

“Artikel 5 Rechten met betrekking tot het perceel 5.1 De afnemer zal toestaan dat zowel voor hemzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het perceel leidingen worden gelegd, aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen worden gemaakt, alsmede dat deze en bestaande leidingen, aansluitingen of aftakkingen worden in stand gehouden, onderhouden, uitgebreid, gewijzigd of weggenomen. Ten gevolge van deze werkzaamheden aan het perceel toegebrachte schade zal door de netbeheerder worden hersteld, dan wel, indien zulks niet mogelijk is, worden vergoed”.

6. Op ATO’s die eiseres aangaat met kleinverbruikers zijn de ‘Algemene voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit en gas kleinverbruikers’ (algemene voorwaarden kleinverbruik) van toepassing. Artikel 6.1 van deze algemene voorwaarden luidt:

“Artikel 6 Rechten met betrekking tot het perceel

6.1De contractant zal zowel voor hemzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het perceel gelegde gedeelte van het (gastransport)net, tot stand gebrachte aansluitingen, gemaakte aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen en geplaatste meetinrichtingen blijvend gedogen en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, lid 1 toestaan dat (gastransport)net, aansluitingen en aftakkingen, en meetinrichtingen worden in stand gehouden, uitgebreid, gewijzigd, vervangen, verplaatst en weggenomen. De ten gevolge van deze werkzaamheden door of vanwege de netbeheerder aan het perceel toegebrachte schade zal door of vanwege de netbeheerder worden hersteld dan wel, indien herstel niet mogelijk is, worden vergoed''

7. Ten behoeve van de openbare verlichting aansluiting (OV-aansluiting) is met de gemeente een ‘Overeenkomst betreffende de elektrische straat- en terreinverlichting (OV overeenkomst) gesloten. Artikel 1 van deze overeenkomst luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

“Artikel 1

“PZEM” verbindt zich, op verzoek en voor rekening van ‘verbruiker’ de aanleg, verplaatsing, verandering, uitbreiding, herstelling, vernieuwing en verwijdering van de elektrische straat- en terreinverlichting te verzorgen en de zorg voor de exploitatie van deze verlichting op zich te nemen (…).”

8. Van de hiervoor genoemde OV overeenkomst maakt de ‘Algemene overeenkomst voor openbare verlichting’ deel uit. Artikelen 2, eerste lid en 10 van deze overeenkomst luiden:

“Artikel 2 - uit te voeren werken, eigendomsverhoudingen en storingen

1 “ [bedrijf 3] ” verbindt zich, op verzoek en voor rekening van “verbruiker”, op de in deze overeenkomst vervatte voorwaarden:

a. de aanleg, verplaatsing, verandering, uitbreiding, herstelling, vernieuwing en verwijdering van de openbare verlichting te verzorgen;

b. de zorg voor de exploitatie van de openbare verlichting op zich te nemen.

(…)

Artikel 10 - Heffingen

Beslissing

Rechtsmiddel