Rechtbank Den Haag, 07-04-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:4117, AWB - 15 _ 9639
Rechtbank Den Haag, 07-04-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:4117, AWB - 15 _ 9639
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 april 2016
- Datum publicatie
- 6 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2016:4117
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2016:3034, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 9639
Inhoudsindicatie
Eiseres heeft van de Regionale Sociale Dienst en Kredietbank (. . .) een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) genoten. Eiseres heeft in haar aangifte over 2012 de WWB-uitkering als loon uit tegenwoordige arbeid aangegeven. In het kader van de WWB-uitkering heeft eiseres verplicht deelgenomen aan het Trajectplan Arbeidstoeleiding (het Trajectplan).
In geschil is of verweerder de uitkering terecht als inkomsten uit vroegere arbeid heeft aangemerkt zodat terecht geen arbeidskorting en geen inkomensafhankelijke combinatiekorting is toegekend.
De rechtbank overweegt dat van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking uitsluitend sprake kan zijn indien dit loon als een onmiddellijke tegenprestatie voor verrichte arbeid worden beschouwd (vgl. Hoge Raad 28 januari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4112). De werkzaamheden die eiseres heeft verricht hebben echter plaatsgevonden in het kader van haar verplichte deelname aan het Trajectplan dat is gericht op het verwerven en behouden van arbeidsvaardigheden en op het vinden van een baan in het reguliere arbeidsproces. De uitkering vormt dan ook geen onmiddellijke tegenprestatie voor het verrichten van arbeid, maar moet veeleer worden gezien als een tegenprestatie voor het voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een (volledige) uitkering, waaronder de deelname aan het Trajectplan dat bovendien meer omvat dan het enkel verrichten van arbeid.
Het beroep van eiseres op schending van het gelijkheidsbeginsel dient te worden verworpen.
Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/9527
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2016 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres(gemachtigde: P.O. Minczeles)
en