Rechtbank Den Haag, 22-01-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:711, 17_3929
Rechtbank Den Haag, 22-01-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:711, 17_3929
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 januari 2018
- Datum publicatie
- 20 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2018:711
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2019:1044, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 17_3929
Inhoudsindicatie
Bezwaren van eiser tegen aanmaning en betekening dwangbevel zijn bij uitspraak op bezwaar gegrond verklaard. Bij de toekenning van een proceskostenvergoeding heeft verweerder de bezwaren als samenhangende zaken aangemerkt, is uitgegaan van een waarde per procespunt van € 246 en is wegingsfactor 0,25 gehanteerd. Naar het oordeel van de rechtbank is terecht uitgegaan van samenhang en een waarde per procespunt van € 246. Daarentegen acht de rechtbank de keuze voor wegingsfactor 0,25 onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het belang en de ingewikkeldheid van de zaak wegingsfactor 0,5 dient te worden toegepast.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/3929
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 januari 2018 in de zaak tussen
[eiser], wonende te [woonplaats], eiser(gemachtigde: A.M.H. Hogervorst),
en
de ontvanger van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [plaats], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 2 juni 2017 op de bezwaren van eiser tegen de hierna onder 4 te noemen in rekening gebrachte kosten.