Rechtbank Den Haag, 08-10-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:10903, AWB - 19 _ 3405
Rechtbank Den Haag, 08-10-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:10903, AWB - 19 _ 3405
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 8 oktober 2019
- Datum publicatie
- 10 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:10903
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2020:1605, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 3405
Inhoudsindicatie
Naar aanleiding van de aangifte IB/PVV is aan eiser een voorlopige aanslag opgelegd die resulteerde in een te ontvangen bedrag. Eiser heeft dit bedrag echter nooit daadwerkelijk ontvangen. Verweerder is vervolgens afgeweken van de aangifte en heeft belastingrente in rekening gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank is het in rekening brengen van belastingrente in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat het in rekening brengen van belastingrente is bedoeld ter compensatie van niet genoten rente door de Schatkist. Nu het bedrag nooit de Schatkist heeft verlaten is het in rekening brengen van belastingrente niet in lijn is met doel en strekking van de wet. Beroep gegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 19/3405
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser,
en