Rechtbank Den Haag, 23-04-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:4055, 18_8387
Rechtbank Den Haag, 23-04-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:4055, 18_8387
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 april 2019
- Datum publicatie
- 26 juli 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2019:4055
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2019:3290, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 18_8387
Inhoudsindicatie
Pand bestaat uit bovenwoning en uit een ondergelegen garage met toilet en kookgelegenheid. Naar het oordeel van de rechtbank behoren beide delen naar omstandigheden beoordeeld bij elkaar en zijn zij voor toepassing van de wet WOZ terecht als één onroerende zaak aangemerkt. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 18/8387
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 april 2019 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [plaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 12 november 2018 op het bezwaar van eiser tegen na te noemen beschikking.