Rechtbank Den Haag, 04-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15176, AWB - 20 _ 6249
Rechtbank Den Haag, 04-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15176, AWB - 20 _ 6249
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 4 november 2021
- Datum publicatie
- 18 januari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:15176
- Formele relaties
- Sprongcassatie: ECLI:NL:HR:2023:1579
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 6249
Inhoudsindicatie
X N.V. hield zich enkel bezig met houdster- en/of financieringsactiviteiten. X doet aangifte vennootschapsbelasting in USD.
X verwerft alle aandelen in B.V. Y. X betaalt de prijs van de aandelen in MYR. X is vervolgens juridisch gefuseerd met Y. Op het fusietijdstip beschikte X over een bedrag van ruim USD 68 miljoen aan voorwaarts te verrekenen houdster-en financieringsverliezen in de zin van artikel 20, vierde lid, van de Wet. Y beschikte op het fusietijdstip niet over compensabele verliezen.
X heeft in haar aangifte een valutawinst aangegeven en daarmee voorfusieverliezen verrekend. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de valutawinst niet onder de deelnemingsvrijstelling valt en dat de voorfusieverliezen niet met de valutawinst kunnen worden verrekend. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 20/6249
(gemachtigde: mr. drs. R. van Scahrrenburg),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2015 een aanslag vennootschapsbelasting (de aanslag) opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft op 12 augustus 2021 nadere stukken ingediend. Verweerder heeft hier bij brief van 10 september 2021 op gereageerd.
Eiser heeft op 21 september 2021 een pleitnota ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 september 2021.
Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigde en mr. [A] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [B] , drs. [C] en mr. drs. [D] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is op 22 oktober 2007 opgericht en maakt deel uit van de [groep] . Tot 1 januari 2014 hield eiseres zich enkel bezig met houdster- en/of financieringsactiviteiten. Eiseres doet vanaf het jaar 2014 aangifte vennootschapsbelasting in USD.
2. Eiseres heeft op 24 januari 2014 alle aandelen in [B.V.] B.V. ( [B.V.] B.V.) verworven. De prijs van de aandelen bedroeg MYR 24.493.878 (de koopsom). [B.V.] B.V. hield zich met name bezig met de handel in en marketing van ‘base oils’ (smeeroliën) van [groep] .
3. Eiseres is op 25 januari 2014 juridisch gefuseerd met [B.V.] B.V. Eiseres was daarbij de verkrijgende vennootschap en [B.V.] B.V. de verdwijnende vennootschap. Verweerder heeft met dagtekening 2 januari 2014 een beschikking op de voet van artikel 14b, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (de Wet) afgegeven. In die beschikking heeft verweerder verklaard het verzoek om geen vennootschapsbelasting te heffen over het vermogen van de verdwijnende rechtspersoon in te willigen, onder het stellen van de voorwaarden als opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 8 juli 19981 (het Besluit). Het fusietijdstip is daarbij op 1 januari 2014 (het fusietijdstip) gesteld. In het Besluit staan onder meer de volgende voorwaarden:
“Verrekening van verliezen, buitenlandse resultaten en bronbelasting
2. Voor de toepassing van artikel 20 van de Wet Vpb op vóór het fusietijdstip geleden verliezen vindt verrekening plaats onder de navolgende voorwaarden:
Winstsplitsing
2a. De winst van de verkrijgende rechtspersoon wordt telkenjare gesplitst in delen die betrekking hebben op de vóór het fusietijdstip door elk van de fuserende rechtspersonen gedreven ondernemingen (hierna: winstsplitsing).
Deze winstsplitsing vindt plaats alsof de fusie niet heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan de onderneming van een fuserende rechtspersoon kan worden toegerekend voor zover deze als zodanig bij de verkrijgende rechtspersoon tot uitdrukking komt.”
en
“Verticale verrekening van verliezen
2d. De vóór het fusietijdstip geleden verliezen van de verkrijgende rechtspersoon worden slechts verrekend met het overeenkomstig de onderdelen a en b bepaalde deel van de winst van de verkrijgende rechtspersoon dat betrekking heeft op de voor het fusietijdstip door de verkrijgende rechtspersoon gedreven onderneming, behalve voor zover de verrekening van deze verliezen uit anderen hoofde is beperkt.”
4. Op het fusietijdstip beschikte eiseres over een bedrag van ruim USD 68 miljoen aan voorwaarts te verrekenen houdster-en financieringsverliezen in de zin van artikel 20, vierde lid, van de Wet. [B.V.] B.V. beschikte op het fusietijdstip niet over compensabele verliezen.
5. Eiseres heeft een aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2015 ingediend naar een belastbare winst van USD 1.902.913. In die aangifte heeft eiseres een valutawinst van USD 1.282.086 (de valutawinst) als belastbare winst aangegeven. Het aangegeven belastbaar bedrag bedraagt, door verrekening van voorfusieverliezen van eiseres van USD 1.282.086, USD 620.827.
6. Bij het vaststellen van de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2015 heeft verweerder de belastbare winst vastgesteld op USD 1.902.913 (EUR 1.715.108) en geen verrekening van (houdster)verliezen in aanmerking genomen.