Rechtbank Den Haag, 13-07-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:9175, AWB - 20 _ 6962
Rechtbank Den Haag, 13-07-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:9175, AWB - 20 _ 6962
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 juli 2021
- Datum publicatie
- 20 december 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:9175
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 6962
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Eiser heeft sinds 2006 een eenmanszaak en repareert onder andere schoenen en lederwaren. De activiteiten van eiser hebben vanaf 2006 tot en met 2016 steeds tot negatieve resultaten geleid. In geschil is of de activiteiten die eiser in 2016 heeft verricht kwalificeren als een bron van inkomen. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. De recente ontwikkelingen – waaronder het feit dat de eenmanszaak sinds 1 april 2020 als erkend leerbedrijf functioneert, met ingang van 1 oktober 2020 een winkelpand huurt en zijn activiteiten heeft uitgebreid met een inlijstservice – onderbouwen niet dat sprake was van een objectieve voordeelsverwachting in 2016, aangezien deze feiten en omstandigheden toen niet van toepassing waren. Alhoewel voor de rechtbank vast staat dat eiser veel passie heeft voor zijn vak en het prijzenswaardig is dat eiser – ondanks zijn volledige arbeidsongeschiktheid sinds 2003 – werkzaam is gebleven als schoenmaker, zijn dit op basis van de jurisprudentie geen omstandigheden die kunnen worden meegewogen bij de vraag of sprake is van een objectieve voordeelsverwachting.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 20/6962
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. J.R.R. Oevering),
en