Rechtbank Den Haag, 09-11-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12330, 22_85
Rechtbank Den Haag, 09-11-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12330, 22_85
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 9 november 2022
- Datum publicatie
- 4 april 2023
- Zaaknummer
- 22_85
- Relevante informatie
- Art. 17 lid 2 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 40 Wet WOZ, Art. 7:4 lid 2 Awb, Art. 8:42 lid 1 Awb
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft de waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum 1 januari 2020 voor het kalenderjaar 2021 vastgesteld op € 340.000. De rechtbank is van oordeel dat verweerder met het overgelegde taxatierapport en hetgeen overigens is aangevoerd de waarde voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De stellingen van eiser dat de door hem aangevoerde referentieobjecten beter bruikbaar zijn, niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd, de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten niet zijn geïndexeerd en dat ten aanzien van de VvE-reserves geen correctie op de transactieprijzen heeft plaatsgevonden, maken het oordeel van de rechtbank niet anders. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 22/85
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2022 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: G. Gieben),
en