Rechtbank Den Haag, 21-11-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:17598, 23/982
Rechtbank Den Haag, 21-11-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:17598, 23/982
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 21 november 2023
- Datum publicatie
- 5 december 2023
- Zaaknummer
- 23/982
- Relevante informatie
- Art. 6:19 Awb
Inhoudsindicatie
Eiseres heeft met haar beroep willen bereiken dat zij als een gedupeerde van de toeslagenaffaire wordt aangemerkt, met als gevolg dat aan haar het forfaitaire compensatiebedrag van € 30.000 wordt uitbetaald. De rechtbank stelt vast dat tijdens de integrale beoordeling is gebleken dat eiseres inderdaad een gedupeerde is van de toeslagenaffaire en aan haar is bij besluit van 20 februari 2023 het forfaitaire compensatiebedrag van € 30.000 toegekend. Gelet hierop kan het voorliggende beroep eiseres niet in een materieel gunstigere positie brengen. Het besluit van 20 februari 2023 houdt geen intrekking, wijziging of vervanging in van de besluiten genomen in het kader van de lichte toets. De beoordeling op grond van de lichte toets kan op het punt van omvang en intensiteit niet wijzigen in de bezwaarprocedure, ook niet als in de bezwaargronden dieper op de zaak wordt ingegaan. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/982
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
(gemachtigde: mr. H. van der Heide-Boertien),
en
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
(gemachtigden: mr. [gemachtigde 1] en mr. [gemachtigde 2]).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van verweerder om op basis van een lichte toets het forfaitaire compensatiebedrag van de Catshuisregeling1 aan eiseres uit te betalen.
De aanvraag van eiseres is met het besluit van 29 april 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 20 december 2022 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 7 november 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigden van verweerder.