Home

Rechtbank Den Haag, 29-03-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:4489, 21_8068

Rechtbank Den Haag, 29-03-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:4489, 21_8068

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
29 maart 2023
Datum publicatie
12 januari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:4489
Zaaknummer
21_8068
Relevante informatie
Art. 22 WOZ, Art. 17 WOZ

Inhoudsindicatie

Het beroep ziet op de beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak voor de waardepeildatum 1 januari 2020 is vastgesteld op € 174.000. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de waarde aannemelijk heeft gemaakt. Hetgeen eiseres heeft gesteld, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Het stond verweerder vrij in de beroepsfase een waardematrix in te dienen die afwijkt van hetgeen in de bezwaarfase is overgelegd. Door het per abuis niet meenemen van diverse onderdelen in de waardering, is eiseres niet benadeeld. Ook de functionele afschrijving is door verweerder voldoende inzichtelijk gemaakt. Van schending van het motiveringsbeginsel in de uitspraak op bezwaar is volgens de rechtbank ook geen sprake. Het verzoek om een vergoeding van de immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn is door de rechtbank afgewezen. Beroep ongegrond.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 21/8068

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 maart 2023 in de zaak tussen

[eiseres] BV, gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres(gemachtigde: mr. M.M. Vrolijk),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel