Rechtbank Den Haag, 28-03-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5058, AWB - 22 _ 1348
Rechtbank Den Haag, 28-03-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:5058, AWB - 22 _ 1348
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 maart 2023
- Datum publicatie
- 13 april 2023
- Annotator
- Zaaknummer
- AWB - 22 _ 1348
- Relevante informatie
- Art. 3.107a Wet IB 2001, Art. 3.133 lid 1 Wet IB 2001, Art. 3.137 lid 2 Wet IB 2001, Art. 30i AWR
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Afkoop lijfrente. In geschil is of eiseres aannemelijk maakt dat zij de in 1999 betaalde premie voor de lijfrente niet in aftrek heeft gebracht in de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1998 en of terecht revisierente in rekening is gebracht. De rechtbank oordeelt dat zij geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de geloofwaardige verklaring van eiseres ter zitting dat zij de in 1999 betaalde premie niet in de aangifte voor 1998 in aftrek heeft gebracht. De in 1999 betaalde premie van € 2.700 mag daarom alsnog in mindering worden gebracht op de te belasten afkoopsom. De rechtbank oordeelt verder dat terecht revisierente aan eiseres in rekening is gebracht. Wel dient het bedrag van de revisierente te worden verminderd.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 22/1348
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres
en