Home

Rechtbank Gelderland, 05-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2728, AWB_12_5465a

Rechtbank Gelderland, 05-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2728, AWB_12_5465a

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
5 september 2013
Datum publicatie
30 september 2014
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:2728
Formele relaties
Zaaknummer
AWB_12_5465a

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting, navorderingsaanslagen, omkering van de bewijslast, nultarief, aftrek voorbelasting, boete.

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummers: AWB 12/5465, AWB 12/5466 en AWB 12/5468

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 5 september 2013

inzake

[X], wonende te [Z], eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000].H.87) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.965. Tevens is bij beschikking een boete van € 2.727 opgelegd en € 1.171 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 september 2012 de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 verminderd met € 1.349 en de beschikking heffingsrente met € 149. Verweerder heeft de boetebeschikking gehandhaafd.

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2009 een aanslag (aanslagnummer [000].H.96) IB/PVV 2009 opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 69.302. Tevens is bij beschikking € 974 aan heffingsrente in rekening gebracht

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 september 2012 de definitieve aanslag IB/PVV 2009 verminderd met € 1.491 en de beschikking heffingsrente met € 90.

Verweerder heeft aan eiser over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000].F019501) omzetbelasting (hierna: OB) opgelegd van € 38.699. Tevens is bij beschikking een boete van € 9.674 opgelegd en is € 2.401 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 oktober 2012 de naheffingsaanslag OB en de beschikking heffingsrente gehandhaafd. Verweerder heeft de boetebeschikking verminderd tot € 7.952.

Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar bij brief van 23 oktober 2012, ontvangen door de rechtbank Haarlem op 24 oktober 2012, en na doorzending, ontvangen door de rechtbank op 30 oktober 2012, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 april 2013 te Arnhem. Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. [gemachtigde] en vergezeld van [A]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde], drs. [B] en [C].

2 Feiten

2.1.

Eiser drijft in de vorm van een eenmanszaak een adviesbureau onder de naam “[D]” (hierna: de onderneming). De feitelijke activiteiten van de onderneming bestaan uit het adviseren op het gebied van belastingzaken, arbeidsrecht, huurrecht, incasso’s en vreemdelingenrecht.

2.2.

Eiser is gedurende de jaren 2008 en 2009 tevens werkzaam bij [E] BV te [Q] (hierna: de werkgever) in de functie van bedrijfsleider/commercieel directeur. De directeur en grootaandeelhouder van deze vennootschap is [F].

2.3.

Eiser heeft op 24 juni 2009 aangifte gedaan van diefstal van een attachékoffer met administratieve bescheiden uit het kantoor aan de [A-straat 1] te [Q].

2.4.

Eiser heeft na daartoe te zijn uitgenodigd de aangiften IB/PVV 2008 en 2009 ingediend. Vervolgens heeft eiser een herziene aangifte IB/PVV 2008 ingediend.

2.5.

Met dagtekening 8 april 2011 is de definitieve aanslag IB/PVV 2008 aan eiser opgelegd.

2.6.

Verweerder heeft begin 2011 een boekenonderzoek bij eiser ingesteld. De bevindingen van dit onderzoek zijn opgenomen in het controlerapport dat is opgemaakt op 5 oktober 2011. Een voorlopig rapport met begeleidend schrijven is op 9 september 2011 aan eiser toegezonden.

2.7.

In het rapport is onder meer het volgende vermeld:

2.3 Administratie

De administratie wordt bijgehouden door belastingplichtige. De heer [X] heeft in Excel een kasregistratie bijgehouden. Iedere maand worden de inkomsten en uitgaven getotaliseerd en gesaldeerd. Er zou geen bankrekening bestaan waar de zakelijke betalingen overheen gaan. De omzetbelastingteruggaves worden echter betaald op een bankrekeningnummer van [X].

Volgens de heer [X] heeft hij de excelbestanden aan zijn boekhouder verstrekt die vervolgens jaarrekeningen heeft opgesteld en aangiften inkomstenbelasting heeft ingevuld. De boekhouder was de heer [G] die woonachtig zou zijn aan de [A-straat 2] te [R].

Op 8 april 2011 heeft de heer [X] door de telefoon verteld dat de heer [F] de aangiften omzetbelasting deed. (…)

De administratie is nagenoeg verloren gegaan. Er is aangifte van diefstal gedaan op 24 juni 2009 van een koffertje. De koffer bevond zich in het kantoor aan de [A-straat 1]. In deze koffer zat blijkens de aangifte ondermeer een agenda en “fakturen op naam van meerdere klanten”, 60 stuks. Bij navraag bij belastingplichtige bleek het te gaan om inkoopfacturen en is het aantal geschat. De heer [X] stond ten tijde van de diefstal op het punt om naar zijn boekhouder te gaan. Later heeft de heer [X] inkoopfacturen regelmatig opgestuurd aan de boekhouder. Eind 2010 kwam het de heer [X] ter ore dat de boekhouder was overleden. De administratie heeft de heer [X] niet meer teruggezien. De erven zouden de administratie weggegooid hebben. Wat wel aanwezig was aan administratie waren de kwitanties wegens huurbetalingen, het kasboek in Excel en de huur- en leningscontracten

Kas en Leningen

In de aangiften inkomstenbelasting is op de balans geen kassaldo opgenomen. De kassaldi in de excelbestanden bedragen voor de kasadministratie ultimo 2008 en 2009 respectievelijk € 101,30 en € 290,55.

Er is enkel een kasadministratie bijgehouden. In eerste instantie vertelde belastingplichtige dat hij dagelijks iedere afzonderlijke ontvangst registreerde in het excelbestand. In het bestand staat echter enkel een maandelijks bedrag van ontvangsten. Omdat deze bedragen niet dagelijks zijn geboekt zullen er onderliggende stukken aan ten grondslag hebben moeten gelegen om de maandelijkse boeking te kunnen doen. Deze stukken zijn niet meer aanwezig.

In de kas zijn privé stortingen gedaan. In de kas is in het algemeen een paar dagen voor een grote uitgave een privé storting in de kas gedaan. De herkomst van de kontante middelen zou afkomstig zijn van leningen die afgesloten zijn.

Er zijn twee leningen bekend die belastingplichtige heeft afgesloten met [E] BV (Voorheen [H] BV). Deze overeenkomsten zijn afgesloten op respectievelijk 25 september 2008 als op 23 december 2008. Het gaat in deze overeenkomsten om ieder € 25.000.

Tevens is een lening op 10 april 2008 afgesloten met de heer [I] van € 50.000. De uiterste opnamedatum is 15 april 2008. Het is niet duidelijk op welke datum dit laatste bedrag is ontvangen maar gelet op de inhoud van de overeenkomst zal dit ná 10 april 2008 zijn geweest. Volgens de overeenkomst zou maandelijks € 964,44 aan rente en aflossing moeten worden betaald. Terugbetaling en rentebetaling hebben tot op heden niet plaatsgevonden, de terugbetaling en rentebetaling blijken niet uit de administratie.

Ook de heer [X] heeft verklaard dat geen terugbetaling op de leningen heeft plaatsgevonden.

Hieronder staat een opstelling met een selectie uit de kas (excelbestanden). Uit de opstelling blijkt dat er meer kasstortingen vanuit privé zijn gedaan dan uit de afgesloten leningen kan worden verklaard. De leningen zijn overigens niet in de kasadministratie verwerkt. Het is dan ook niet duidelijk op welke wijze de leningen zijn verstrekt, in delen of in één keer of waarvoor de leningen zijn aangewend. Er is daar verder geen registratie van. Het kan dus ook zo zijn dat de stortingen helemaal niet uit de leningen verklaard moeten worden. In dat geval hebben er dus in 2008 en 2009 respectievelijk voor ruim € 74.000 en (per saldo) € 24.000 aan niet verklaarbare stortingen plaatsgevonden.

(…)

2008

Mnd

Datum

Omschrijving

Ontvangsten

Uitgaven

Lening

Startdatum

2

5-2-2008

prive storting

6.700

2

18-2-2008

prive storting

€ 2.730

3

3 -3-2008

prive stortin g

€ 2.650

3

10-3-2008

prive st orting

€ 250

4

24-2008

prive storting

€ 7.550

subtotaa l

€19.880

€ 50.00 0

15-4-2008

5

6-5-2008

prive storting

€ 3.080

5

16-5-2008

prive storting

€ 1.890

6

5-6-2008

prive storting

€ 3.750

7

2-7-2008

prive storting

€ 7.500

7

9-7-2008

prive storting

€ 500

8

1-8-2008

prive storting

€ 4.500

8

14-8-2008

prive storting

€ 5.050

8

15-8-2008

prive storting

€ 3.750

9

11-9-2008

prive storting

€ 3.600

€ 14

9

24-9-2008

prive storting

€ 3.980

______

subtotaal

€ 37.600

€ 14

10

1-10-2008

prive storting

€ 5.500

€ 25.000

25-9-2008

11

1-11-2008

prive storting

€ 2.500

11

14-11-2008

prive storting

€ 6.000

12

3-12-2008

prive storting

€ 3.150

€ 25.000

23-12-2008

______

subtotaal

subtotaal € 17.150

Totaal

€ 74.630

(…)

2.4

Gebreken in de administratie

-

De (kas)administratie vormt geen betrouwbare basis voor de winstberekening.

-

De aansluitingen tussen de administratie, de aangiften omzetbelasting alsook de aangiften inkomstenbelasting ontbreken volledig.

Uit het bovenstaande blijkt dat de administratie in 2008 en 2009 dusdanig ernstige tekortkomingen kent, dat de door belastingplichtige gevoerde administratie verworpen wordt. De administratie kan daarom niet dienen als betrouwbare grondslag voor de fiscale winstberekening. Uit het bovenstaande volgt dat de heer [X] niet volledig heeft voldaan aan zijn verplichtingen ingevolge artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR).

Ik corrigeer de aangegeven omzet over 2008 en 2009 ondermeer op grond van de onverklaarbare stortingen vanuit privé in de kas en de gebreken in de kasadministratie. Daarbij komt het feit dat de aangiften omzetbelasting over 2009 sterk afwijken van de ontvangsten zoals deze in de kasadministratie staan. Verder is het onwaarschijnlijk dat er ondanks de diefstal en het overlijden van de boekhouder geen enkel stuk administratie meer aanwezig zou zijn. Het is niet duidelijk waar de kasstortingen vandaan komen. Uit de bedrijfsopbrengsten zouden ze niet afkomstig kunnen zijn volgens de heer [X]. Uit de leningen kan het niet geheel worden verklaard. Ik corrigeer de ontvangsten met € 50.000 en € 87.548. (...) Over 2009 is voor de bepaling van de ontvangsten aangesloten bij de aangegeven omzet in de aangiften omzetbelasting.

(…)

Hieronder staat de aansluiting tussen de ingediende aangiften inkomstenbelasting en de aangiften omzetbelasting.

2008

2009

aangegeven omzet hoog

2.841

31.157

aangegeven omzet nultarief/vrijgesteld

42.413

totaal aangegeven omzet OB

2.841

73.570

aangegeven omzet IB

2.842

3.215

Verschil

-

70.355

Hieronder staat de aansluiting tussen het kasboek en de aangegeven omzet in de aangiften omzetbelasting.

2008

2009

omzet uit kasboek

2.841

66.023

aangegeven omzet aangiften

2.842

73.570

Verschil

-

Neg 7.547

5.2

Verschuldigde omzetbelasting

(…)

Correctie 2009 nul-tarief € 8.058

(…)

Correctie omzetbelasting bijtelling ontvangsten 2008 € 7.983

(…)

Op basis van de maximale positie die is berekend op de kosten zoals deze uit de aangiften inkomstenbelasting bedraagt de in aftrek te nemen voorbelasting over 2008 en 2009 respectievelijk € 3.200 en € 3.100. Het verschil met de in aftrek genomen voorbelasting bedraagt respectievelijk € 9.240 en € 13.418. Omdat er verder geen stukken zijn die de aftrek onderbouwen en de kosten in de aangiften inkomstenbelasting door mij zijn geaccepteerd als maximum in aftrek te nemen kosten wordt het verschil in voorbelasting zoals die is berekend met de maximale positie berekening en de daadwerkelijk in aftrek gebrachte voorbelasting gecorrigeerd.

Correctie voorbelasting 2008 € 9.240

Correctie voorbelasting 2009 € 13.418”

2.8.

Met dagtekening 29 oktober 2011 is de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 aan eiser opgelegd. De naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 is opgelegd met dagtekening 31 oktober 2011. Met dagtekening 9 november 2011 is de definitieve aanslag IB/PVV 2009 aan eiser opgelegd. Eiser heeft tegen voormelde aanslagen tijdig bezwaar gemaakt.

2.9.

Verweerder is gedeeltelijk aan de bezwaren van eiser tegemoetgekomen. De navorderingsaanslag IB/PVV 2008 en de definitieve aanslag IB/PVV 2009 zijn verminderd. Tevens is ten aanzien van de naheffingsaanslag OB de boete verminderd.

3 Geschil

In geschil is of de aanslagen en de boetes terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

Eiser stelt zich primair op het standpunt dat de omkering van de bewijslast en de boete niet gerechtvaardigd zijn, gelet op de aard en omvang van de administratieve tekortkomingen, dat sprake is van afwezigheid van alle schuld vanwege het overlijden van de boekhouder en het feit dat een deel van de administratie is verloren gegaan door diefstal.

Eiser stelt zich subsidiair op het standpunt dat de door verweerder toegepaste correctie van € 50.000 onvoldoende is onderbouwd.

Gemachtigde van eiser heeft ter zitting zijn stelling dat met betrekking tot het beroep tegen de aanslag IB/PVV 2009 sprake is van een motiveringsgebrek, ingetrokken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing