Home

Rechtbank Gelderland, 24-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3202, AWB-11_3679, AWB 11_3680, AWB 11_3681, AWB 11_3683, AWB 11_3684, AWB 11_3685 en AWB 11_3686

Rechtbank Gelderland, 24-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3202, AWB-11_3679, AWB 11_3680, AWB 11_3681, AWB 11_3683, AWB 11_3684, AWB 11_3685 en AWB 11_3686

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
24 september 2013
Datum publicatie
24 september 2013
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:3202
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-11_3679, AWB 11_3680, AWB 11_3681, AWB 11_3683, AWB 11_3684, AWB 11_3685 en AWB 11_3686

Inhoudsindicatie

Verkoop van afvalmetalen. Weeg- en financiële administratie van inkopende vennootschap stemt niet overeen met administratie van eiseres. De van eiseres ingekochte afvalmetalen overtroffen de door eiseres verantwoorde opbrengsten in de jaren 2001 tot en met 2006 met ruim € 353.000. In de administratie van eiseres zijn slechts per bank ontvangen opbrengsten verantwoord. In de administratie komen geen contante opbrengsten voor. Winstcorrectie terecht opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummers: AWB 11/3679, AWB 11/3680, AWB 11/3681, AWB 11/3683, AWB 11/3684, AWB 11/3685 en AWB 11/3686

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van

inzake

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft met dagtekening 19 april 2008 het verlies van eiseres over het jaar 2001, door middel van een herziene verliesbeschikking (nummer [000].V.17.0112), vastgesteld op € 1.053.039, hetgeen € 31.934 minder is dan oorspronkelijk vastgesteld.

Verweerder heeft met dagtekening 3 januari 2009 de belastbare winst van eiseres over het jaar 2002 nader vastgesteld op € 282.292 (nummer [000].V.27.0112) hetgeen € 44.878 meer is dan oorspronkelijk vastgesteld. Bij herzieningsbeschikking is ook de verrekening van het in 2001 geleden verlies met de winst over het jaar 2002 met € 44.878 verhoogd naar € 282.292. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 6.507 opgelegd.

Verweerder heeft met dagtekening 24 januari 2009 de belastbare winst van eiseres over het jaar 2003 nader vastgesteld op € 74.823 (nummer [000].V.37.0112) hetgeen € 47.911 meer is dan oorspronkelijk vastgesteld. Bij herzieningsbeschikking is ook de verrekening van het in 2001 geleden verlies met de winst over het jaar 2003 met € 47.911 verhoogd naar € 74.283. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 6.947 opgelegd.

Verweerder heeft met dagtekening 29 april 2008 de belastbare winst van eiseres over het jaar 2004, middels een eerste navorderingaanslag (aanslagnummer [000].V.47.0112) overeenkomstig de primitieve aanslag vastgesteld op € 578.503. Bij herzieningsbeschikking is de verrekening van het in 2001 geleden verlies met de winst over het jaar 2004 met € 17.655 verlaagd naar € 560.848. Het belastbare bedrag is vastgesteld op € 17.655. Daarnaast is bij beschikking € 802 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft met dagtekening 29 april 2008 de belastbare winst van eiseres over het jaar 2004, middels een tweede navorderingaanslag (aanslagnummer [000].V.48.0112) nader vastgesteld op € 637.901 hetgeen € 59.398 meer is dan bij de eerste navorderingsaanslag is vastgesteld. Bij herzieningsbeschikking is de verrekening van het in 2001 geleden verlies met de winst over het jaar 2004 met € 92.789 verlaagd naar € 468.059. Het belastbare bedrag is vastgesteld op € 169.842. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 8.612 opgelegd. Daarnaast is bij beschikking € 9.996 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft met dagtekening 31 januari 2009 een aanslag (aanslagnummer [000].V.56.0112) voor het jaar 2005 opgelegd berekend naar een belastbare winst van €  482.791 hetgeen € 79.546 meer is dan door eiseres aangegeven. Daarbij is tevens bij beschikking € 5.034 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft met dagtekening 7 februari 2009 een aanslag (aanslagnummer [000].V.66.0112) voor het jaar 2006 opgelegd berekend naar een belastbare winst van € 628.883 hetgeen € 89.414 meer is dan door eiseres aangegeven. Tevens is bij beschikking een vergrijpboete van € 13.233 opgelegd. Daarbij is tevens bij beschikking € 3.392 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 26 juli 2011 de (navorderings)aanslagen, de beschikkingen heffingsrente en de boetebeschikkingen over de jaren 2001, 2002, 2003, 2005 en 2006 gehandhaafd. Tevens heeft hij uitspraak gedaan op het bezwaar tegen de tweede navorderingsaanslag over het jaar 2004 en de bijbehorende boete- en heffingsrentebeschikkingen.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 5 september 2011, ontvangen door de rechtbank op dezelfde dag, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2012 te Arnhem. De behandeling heeft gelijktijdig plaatsgevonden met de behandeling van de zaken met de nummers AWB 11/3687, AWB 11/3688, AWB 11/3689, AWB 11/3690, AWB 11/3691 en AWB 11/3692. Met instemming van partijen worden de gedingstukken bij de behandeling van alle zaken in aanmerking genomen.

Namens eiseres is verschenen [A], bijgestaan door mr. [gemachtigde] en mr. [B]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde], mr. [C], [D] en [E]. Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar.

De behandeling van het beroep is vervolgens geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen om alsnog geschoonde versies van de rapporten van deelonderzoeken van de ondernemingen 1 tot en met 9 zoals genoemd in bijlage P van het verweerschrift in de procedures met nummer AWB 11/3687, AWB 11/3688, AWB 11/3689, AWB 11/3690, AWB 11/3691 en AWB 11/3692 te overleggen.

Verweerder heeft deze rapporten op 31 januari 2013 aan de rechtbank overgelegd. Eiseres heeft hierop bij brief (met bijlagen) van 27 februari 2013 gereageerd. Vervolgens heeft verweerder op 24 april 2013 gereageerd op voornoemde brief van eiseres.

Het onderzoek ter zitting is vervolgens door de enkelvoudige belastingkamer voortgezet op 9 juli 2013. Namens eiseres is verschenen [A], bijgestaan door mr. [gemachtigde] en mr. [B]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde], mr. [C] en [D]. Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.

2 Feiten

2.1.

Eiseres vormt voor de heffing van de vennootschapsbelasting met haar 100% dochtervennootschap [F] B.V. een fiscale eenheid. De aandelen van eiseres zijn in het bezit van haar directeur [A]. [F] B.V. is gevestigd in [Z] en houdt zich bezig met de productie van metalen bodems, drukvaten en apparaten. Hierna worden eiseres en [F] B.V. gezamenlijk aangeduid als eiseres.

2.2.

Eiseres leverde in de jaren 2001 tot en met 2006 metaalafvallen aan de eveneens in [Z] gevestigde vennootschap [G] B.V. (hierna:[G] BV). Medewerkers van eiseres meldden aan[G] BV dat de op het terrein geplaatste containers opgehaald konden worden. Vervolgens liet[G] BV deze containers met eigen vrachtwagens ophalen of liet dat door derden doen ([H] of [I]). De containers werden op het terrein van[G] gewogen, waarna door eiseres op basis van soort en gewicht een vergoeding voor de afgevoerde metalen werd ontvangen.

2.3.

In de loop van het jaar 2006 heeft verweerder een onderzoek ingesteld bij[G] BV. Uit dit onderzoek rees het vermoeden dat leveranciers van afvalmetalen een gedeelte van de door hen voor die afvallen ontvangen vergoeding contant lieten uitbetalen om die vergoeding daarmee buiten de boekhouding te kunnen houden. Naar aanleiding hiervan is bij een aantal leveranciers van afvalmetalen, waaronder eiseres, een boekonderzoek ingesteld. Het onderzoek is gestart op 23 januari 2007. Tot de gedingstukken behoort het op 28 november 2008 gedagtekende eindrapport van het bij eiseres ingestelde onderzoek. Vastgesteld werd dat de door eiseres in de jaren 2001 tot en met 2006 verantwoorde opbrengsten afvalmetalen niet overeenstemden met hetgeen in de administratie van[G] BV – met name in de weegadministratie - was verantwoord. De volgens de weeg- en financiële administratie van[G] BV van eiseres ingekochte afvalmetalen overtroffen de door eiseres verantwoorde opbrengsten in de jaren 2001 tot en met 2006 met ruim € 353.000. In de administratie van eiseres zijn slechts per bank ontvangen opbrengsten verantwoord. In de administratie komen geen contante opbrengsten voor.

2.4.

De directeur en enkele andere personeelsleden van[G] BV hebben tegenover de controlerend ambtenaren verklaard dat op verzoek van de heer [A] het verkochte afval werd gesplitst in een gedeelte dat per bank moest worden betaald en aan eiseres werd gefactureerd en een gedeelte dat contant moest worden betaald en waarvoor geen factuur werd uitgereikt. Tot de gedingstukken behoort een door de controlerend ambtenaren opgemaakte ambtsedige verklaring waarin verslag is gedaan van de mondeling verstrekte informatie. De betreffende personeelsleden hebben op verzoek van de controlerend ambtenaren schriftelijke verklaringen afgelegd.

2.5.

In een schriftelijke verklaring van [J], directeur/aandeelhouder van[G] BV, van 17 september 2008 is onder meer het volgende opgenomen:

“Bij een onderzoek van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Apeldoorn is in 2007 het volgende gebleken:

- Door [F] B.V., [A-straat 1] te [Z] is er ijzer en overige metalen geleverd aan [G] B.V.;- Een deel van de leveringen werd per bank afgerekend en een deel contant;- een en ander blijkt uit de digitale weegbrug- en kasadministratie over de jaren vanaf 2001.

Ik verklaar dat de dhr. [A], directeur van [F] B.V., het contante geld zelf ophaalde en dat hij niet om een bewijs van aflevering vroeg.

(…)”

2.6.

In een brief van [J] aan verweerder van 16 oktober 2008 is onder meer het volgende opgenomen:

“Op uw verzoek bevestigen wij hiermee schriftelijk de procedure van facturering en betaling van geleverd materiaal van [F] gedurende de jaren vóór 2007.

De weegbonnen van het materiaal dat wij voor [F] hebben afgevoerd werden bewaard en de gegevens daarvan maandelijks getotaliseerd in een Excel-spreadsheet. In deze sheet werden de orderdatum, de materiaalsoort, het gewicht en de geldende prijs opgeslagen.

Maandelijks belde ondergetekende dhr. [A] om het hiervoor genoemde overzicht naar hem toe te faxen. Dit gebeurde dan wel direct, zodat dhr. [A] de fax kon onderscheppen zonder dat medewerkers van zijn kantoor deze konden inzien.

Dhr. [A] paste vervolgens het Excel-overzicht (materialen/gewichten) zodanig aan dat:- de materiaalstromen zich verhielden met dezelfde materialen in vorige periodes op zodanige wijze dat de afvalstroom in lijn was met de gevoerde productie;- het grootste gedeelte van de totale materiaalwaarde contant kon worden uitgekeerd, en het restant op faktuur.

Het aangepaste overzicht werd op ons kantoor afgegeven (of naar ons toegefaxed), zodat ondergetekende:- de faktuur kon klaarmaken;- de kasbonnen kon aanslaan waarop de contante stroom werd afgerekend.

Dhr.[A] werd gewaarschuwd als de contante stroom klaar was, waarna hij de opbrengst altijd persoonlijk op ons bedrijf kwam afhalen.

In de periode 2002-2004 is [J] b,v, gestopt met het op verzoek van dhr. [A] aanpassen van soorten en gewichten in de wegingen. Tegen dhr. [A] is toen gezegd dat er alleen gehele weegbonnen konden worden aangeslagen op de kassa en contant worden afgerekend. Hierna is door dhr. [A] nog wel aangegeven dat materialen anders moesten worden genoemd op de rekening of de kassabon, maar klopten gewichten vanaf de weegbrug één op één met de gewichten op de afrekening.”

2.7.

In een ambtsedige verklaring van 23 oktober 2008 hebben de controlerend ambtenaren, [D] en [K] hun gesprekken met betrokkenen als volgt vastgelegd:

“Ambtsedige verklaring inzake:

[F] B.V.

[A-straat 1]

[Z]

Hierbij verklaren wij dat dhr. [J], directeur van:

[G] B.V.

[A-straat 2]

[Z]

op de volgende data het volgende heeft verklaard:

- op 2 april 2007 in een telefonisch onderhoud met [D]: het is dhr. [A] zelf, die

het geld ophaalt; dhr. [J] vraagt dhr. [D] met deze info voorzichtig om te gaan;

- op 16 mei 2007 in een telefonisch onderhoud met dhr. [D]: de directeur (in dit geval

dhr. [A]) bepaalde maandelijks achteraf welke leveringen hij op factuur wilde en welke

contant; zo ging het ook bij andere bedrijven, die deels per bank (op factuur) en contant lieten

uitbetalen.

Op 8 november 2007 meldt dhr. [K] aan dhr. [D]:

Dhr. [J] heeft de Belastingdienst schriftelijk gevraagd om een onderhoud vanwege het feit

dat na onze zogenaamde derdenonderzoeken een tweetal grote klanten inmiddels een andere afne-

mer heeft gezocht.

Dhr. [J] heeft dhr. [K] telefonisch en schriftelijk meegedeeld dat één van de klanten

elders wél op de hem gewenste wijze zou kunnen afrekenen.

Van één bedrijf was ons bekend dat zij inmiddels naar een andere recycler waren overgestapt.

De naam van het andere bedrijf is aan dhr. [K] door dhr. [J] telefonisch meegedeeld:

het betreft [F] B.V.

Er zouden nog wel containers van [G] B.V. op het terrein staan.

[F] B.V. zou naast [G] B.V. inmiddels ook leveren aan de fa. [L] in

[Q].

Dhr. [K] heeft toen een afspraak voor een bespreking vastgelegd en wel 22 november 2007 bij

[G] B.V.

Verslag bespreking 22 november 2007; gesprekspartners dhr. [J], dhr. [M] en

dhr. [N] van [G] B.V. en de heren [D] en [K] van de Belastingdienst:

- Aanleiding van het verzoek van [G] B.V. om dit gesprek is met name het feit dat zij

[F] dreigen te verliezen als klant en dat dhr. [A] gezegd heeft weg te gaan

omdat elders (i.c. de fa. [L] in [Q]) wél op de hem gewenste wijze kan worden

afgerekend (i.c. contant en anoniem).

- Op dit moment staan alle (6) containers van [G] B.V. nog op het terrein bij

[F] B.V.

- [F] B.V. levert nog een deel op factuur; namelijk het gedeelte dat per bank wordt

afgerekend in de orde van grootte, zoals in het verleden ook al gebeurde; dit betreft alleen niet meer

het hoogwaardige RVS, maar alleen ijzer.

- Over het feit dat er weer afval opgehaald kan worden, wordt gebeld door iemand van

[F] BV., waarna het wordt opgehaald door een chauffeur van [G] B.V.

- De chauffeur had op een bepaald moment gevraagd waarom (een) andere volle container(s) niet

moesten worden meegenomen. De reactie van een werknemer van [F] B.V. was dat

daarover intern nog overlegd zou worden.

- Sinds onze controle zou de afvalstroom, die contant wordt afgerekend, niet meer geleverd worden.

Een korte tijd zou er helemaal niets zijn geleverd; zij zouden toen geleverd hebben aan een “buurman”

iets verderop.

- Momenteel zou, op enkele containers na, alles aan de fa. [L] in [Q] worden geleverd.

- Volgens dhr. [J] heeft de fa. [L] in [Q] een slechte naam: zij nemen het niet zo

nauw met de regels; er kan anoniem geleverd worden.

- Naar aanleiding van het boekenonderzoek had dhr. [A] zelf steeds contact met

dhr. [J].

- De situatie van leveringen, die contant worden afgerekend, bestaat al jaren; ook toen de beider ouders

de zaak bestuurden bij respectievelijk [G] B.V. en [F] B.V.

- Dhr. [A] heeft nog voorgesteld het afval in kleine containers van ongeveer 500 kg. te

leveren, zodat [G] B.V. de leveringen van [F] B.V. als “particulier” in de

boeken kon noteren; dhr. [J] zegt hier niet aan te willen meewerken.

- Volgens dhr. [J] worden de containers (ook van [G] B.V.) vervoerd door de

fa. [O] in [Z] zonder de vereiste begeleidingsbrieven te gebruiken; elke keer zou

dhr. [A] met zijn eigen auto meerijden naar de fa. [L] in [Q] om het geld te

innen.

- Dhr. [J] en de anderen waren blij dat zij even hun hart konden “luchten”, maar begrepen

wel dat wij niet konden ingaan op het reilen en zeilen bij [F] B.V.; wel vermoeden zij

dat het daar fiscaal niet “snor” zit.

- Zij waren blij dat wij als luisterend oor wilden fungeren.

Op 2 april 2008 is dhr. [J] door dhr. [D] gebeld met de vraag of hij ermee akkoord gaat dat zijn informatie, dat dhr. [A] zelf het geld contant inde, te noemen in een conceptrapport over [F] B.V.

Dhr. [J] is meegedeeld dat de informatie, dat nu geleverd wordt aan de fa. [L] in [Q], (nog) niet wordt gebruikt. Dhr. [J] gaat hiermee akkoord.”

2.8.

In gelijkluidende schriftelijke verklaringen van [M], directielid van[G] BV en van [N], controller van[G] BV, van 9 juli 2009 is het volgende opgenomen:

“Bij een onderzoek van de Belastingdienst Randmeren/kantoor Apeldoorn is in 2007 het volgende

gebleken:

- Door [F] B.V., [A-straat 1] in [Z] is er ijzer en overige metalen

geleverd aan [G] B.V.;

- Een deel van de leveringen werd per bank afgerekend en een deel contant;

- Een en ander blijkt uit de digitale weegbrug- en kasadministratie over de jaren vanaf 2001.

De weegbonnen, die werden geproduceerd, werden verzameld en gescheiden van de rest; de

weegbonnen gingen naar dhr. [J] zelf.

Hij zette, doorgaans maandelijks, de ontvangen goederen in een Excel-overzicht met vermelding van

gewicht, soort en prijs en totaal bedrag per regel.; ook het totaal te ontvangen bedrag van alle soor-

ten materiaal werd vermeld.

Dit overzicht werd in een aantal gevallen per fax naar [F] B.V. t.a.v. dhr. [A]

gefaxt; dhr; [A] vermeldde per regel wat op factuur moest worden afgerekend per

bank; de rest moest contant worden uitbetaald. Dit overzicht, met door dhr. [A] gemaakte

aantekeningen, werd weer naar [G] B.V. gefaxt t.a.v. dhr. [J].

Daarnaast gebeurde het dat een en nader niet per fax werd uitgewisseld, maar door dhr. [A]

persoonlijk op het kantoor van [G] B.V. werd aangegeven en uitgewisseld.

In een later stadium kwam dhr. [A], nadat de kasadministratie was bijgewerkt, het geld zelf

ophalen.

Uitbetaling vond plaats door dhr. [J], maar ook wel door dhr. [N] en ondergeteken-

de.

De heren [J] of dhr. [N] maakten in de digitale kasadministratie aantekening van de

uitbetaling.

Ik verklaar dat dhr. [A], directeur van [F] B.V., het contante geld zelf

ophaalde en dat hij niet om een bewijs van aflevering vroeg.

Ik verklaar dat ik meerdere keren het geld zelf aan hem heb overhandigd.”

2.9.

In drie schriftelijke verklaringen van chauffeurs van[G] BV, van 9 juli 2009 is telkens het volgende opgenomen:

Ik, (Rb: naam chauffeur), chauffeur bij [G] B.V., verklaar dat ik op de dagen, vermeld in het

bestand “Routelijsten chauffeurs”, dat als bijlage bij deze verklaring is gevoegd, containers met afval

ijzer en overige metalen heb gereden van [F] B.V. naar de werf van [G]

B.V. Op die dagen heeft weging plaatsgevonden op de weegbrug van [G] B.V.

2.10.

In een schriftelijke verklaringen van [P], weger bij[G] BV, van 9 juli 2009 is het volgende opgenomen:

“Ik, [P], weger bij [G] B.V., verklaar dat op de dagen, vermeld in het bestand

“Routelijsten chauffeurs”, dat als bijlage bij deze verklaring is gevoegd, containers met afval ijzer en

overige metalen zijn gereden van [F] BV. naar de werf van [G] B.V.

Op die dagen heeft weging plaatsgevonden op de weegbrug van [G] B.V.”

2.111. Volgens het rapport dat is opgemaakt naar aanleiding van het bij eiseres ingestelde boekenonderzoek heeft eiseres van de in de jaren 2001 tot en met 2006 voor aan[G] BG geleverde materialen, de per bank ontvangen bedragen (in totaal € 143.783) wel in haar boekhouding heeft verantwoord, maar de contante ontvangsten ad € 353.081 niet verantwoord. Het laatste bedrag is als winstcorrectie aan de verschillende jaren toegerekend. De inkomens uit aanmerkelijk belang van haar aandeelhouder zijn over die jaren met dezelfde bedragen verhoogd. Tevens is ter zake van de nagevorderde belasting een boete van 50% opgelegd. De correctie is als volgt over de jaren verdeeld:

2001 € 31.934 (f 70.375)

2002 € 44.878

2003 € 47.911

2004 € 59.398

2005 € 79.546

2006 € 89.414

2.12.

Dit heeft geresulteerd in de volgende aanslagen, herzieningsbeschikkingen, boetes en heffingsrente (bedragen in €; 2001-2004 herziening/navordering; 2005-2006 primitieve aanslag):

2001

2002

2003

2004

2005

2006

Eerder vastgesteld

Belastbare winst

-1.084.973

237.414

26.912

578.503

403.245

539.469

Carry back

227.865

Carry forward

-857.108

-237.414

-26.912

-578.503

0

0

Belastbaar bedrag

0

0

0

403.245

539.469

2001

2002

2003

2004 (1e)

2004 (2e)

2005

2006

Nieuw vastgesteld

Dagtekening

19-4-2008

3-1-2009

24-1-2009

29-4-2008

31-12-2008

31-1-2009

7-2-2009

Belastbare winst oud

-1.084.973

237.414

26.912

578.503

578.503

403.245

539.469

Winstcorrectie

31.934

44.878

47.911

0

59.398

79.546

89.414

Belastbare winst

-1.053.039

282.292

74.823

578.503

637.901

482.791

628.883

Carry back

227.865

Carry forward

-825.174

-282.292

-74.823

-560.848

-468.059

0

0

Belastbaar bedrag

0

0

17.655

169.842

482.791

628.883

Bruto belasting

0

0

5.119

57.346

151.057

185.218

Eerdere aanslag

0

0

0

-5.119

-121.502

-158.751

Te betalen belasting

0

0

5.119

52.227

29.555

26.467

Heffingsrente

0

0

802

9.996

5.034

3.392

Boete

6.507

6.947

0

8.612

0

13.233

Totaal

6.507

6.947

5.921

70.835

34.589

43.092

Vergrijpboete 2002: 44.878 x 29% = 13.014 x 50% = 6.507

Vergrijpboete 2003: 47.911 x 29% = 13.894 x 50% = 6.947

Vergrijpboete: 59.398 x 29% = 17.255 x 50% = 8.612

Vergrijpboete: 89.414 x 29,6% = 26.467 x 50% = 13.233

2.13.

Naar aanleiding van het bij[G] BV ingestelde onderzoek heeft verweerder niet alleen de administratie van eiseres gecontroleerd, maar heeft hij bij 15 andere toeleveranciers van[G] BV een deelonderzoek ingesteld. Verweerder heeft een geanonimiseerd overzicht verstrekt van die onderzoeken. Volgens dit overzicht was bij één bedrijf sprake van een zeer gering en daarom niet gecorrigeerd verschil van € 126 met de kasadministratie van[G] BV, werden bij drie bedrijven geen verschillen geconstateerd met de kasadministratie van[G] BV, was bij één bedrijf sprake van een gedeeltelijk verschil met de kasadministratie van[G] BV (winstcorrectie € 1.701) en werden bij negen bedrijven de door[G] BV geregistreerde kasmutaties volledig gecorrigeerd. Van die laatste groep werden bij zes bedrijven winstcorrecties aangebracht variërend van € 2.334 tot € 250.308. Hiervan werden zes correcties volledig door de betreffende bedrijven geaccepteerd. Tegen één correctie van € 47.839 werd bezwaar gemaakt omdat slechts een deel van de correctie acceptabel was. Bij de overige drie bedrijven in deze laatste groep was sprake van een loon- of overige correctie. Verweerder heeft geanonimiseerde afschriften van de bij de negen voornoemde vennootschappen opgemaakte controlerapporten overgelegd.

3 Geschil

In geschil is of de verliesherzieningsbeschikking over 2001, de herziene verliesverrekeningsbeschikking over 2002 en de boetebeschikking over 2002 moeten worden vernietigd wegens overschrijding van de wettelijke termijn. Daarnaast is voor alle jaren in geschil of verweerder de winst van eiseres terecht met de in onderdeel 2.11 genoemde bedragen heeft verhoogd. Ook zijn de opgelegde boetes in geschil.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing