Home

Rechtbank Gelderland, 26-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3277, AWB-12_483

Rechtbank Gelderland, 26-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3277, AWB-12_483

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 september 2013
Datum publicatie
27 september 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:3277
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-12_483

Inhoudsindicatie

Wet op de omzetbelasting, margeregeling, vertrouwensbeginsel

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 12/483

uitspraak van de meervoudige belastingkamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 26 september 2013

inzake

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000].F.01.8501) omzetbelasting opgelegd van € 349.542. Tevens is bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 4.537 en een bedrag van € 16.151 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 januari 2012 de naheffingsaanslag, de boetebeschikking en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 30 januari 2012, ontvangen door de rechtbank op 31 januari 2012, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 juni 2013 te Arnhem.

Namens eiseres zijn daar verschenen haar directeur, [gemachtigde], bijgestaan door prof. dr. [A] en [B] (administrateur). Namens verweerder zijn verschenen drs. [gemachtigde], [C] en [D].

Gemachtigde van eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij. Gemachtigde van verweerder heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank en (door tussenkomst van de griffier) aan de wederpartij. Nu eiseres deze pleitnota niet heeft ontvangen, heeft de rechtbank ter zitting een leespauze ingelast.

2 Feiten

2.1.

Eiseres exploiteert een groothandel in onder meer personenauto’s. Bestuurders van eiseres zijn [gemachtigde], [E] en [F].

2.2.

In de periode van februari 2008 tot en met oktober 2008 heeft eiseres (in zeven partijen) in totaal 196 gebruikte auto’s van het merk [J] uit Spanje ingekocht. Vijf van de ingekochte auto’s hadden op het moment van levering aan eiseres minder dan 6.000 kilometers gereden.

2.3.

Alle leveranciers van de auto’s waren onderdeel van het concern van autofabrikant [J], te weten [K] SA, [L] SA en [M] SA (hierna tezamen te noemen: [J]). De ingekochte auto’s betroffen zogeheten ‘buy backs’ en ‘company cars’. De inkoopprijzen van de auto’s bedroegen in totaal € 2.189.240.

2.4.

In verband met de voorgenomen aankoop van de auto’s heeft eiseres via [H], werkzaam bij de importeur van [J] in Nederland, [N] B.V. (hierna: [N]), diverse malen (e-mail)contact gehad met [J]. Ook heeft [gemachtigde] namens eiseres een bezoek gebracht aan [J] in Spanje.

2.5.

Tot de gedingstukken behoren de koopcontracten van de ingekochte auto’s, met uitzondering van de in oktober 2008 ingekochte auto’s. Voor elke te leveren partij auto’s is een afzonderlijk koopcontract gesloten. De koopcontracten zijn opgesteld in de Spaanse taal en zijn door eiseres en door [J] ondertekend. In een Nederlandse vertaling van de zes overgelegde koopcontracten staat onder meer het volgende vermeld:

“[X] b.v. verplicht zich tot het transporteren van de voertuigen waaraan gerefereerd is naar een lidstaat van de Europese Unie, met uitzondering van Spanje, en doen aangifte van de BTW en vereffent deze voor de intracommunautaire verwerving op hetzelfde BTW-identificatienummer als vermeld. Bovendien verplicht [X] zich om bij de ontvangst van de voertuigen een kopie van het door [X] b.v. correct ingevulde en gestempelde CMR te versturen aan [J] SA.”

2.6.

[J] heeft voor alle zeven geleverde partijen pro- formaverzamelfacturen opgemaakt. Op elke verzamelfactuur zijn de auto’s vermeld van één geleverde partij. De geleverde auto’s zijn ook vermeld in de hiervoor genoemde koopcontracten die voor de betreffende partijen auto’s zijn opgemaakt.

2.7.

Naast de verzamelfacturen zijn door [J] ook afzonderlijke facturen opgemaakt voor elke auto die aan eiseres is geleverd. In de hiervoor onder 2.4 genoemde mailwisseling is omtrent de levering van de auto’s en de inhoud van de facturen onder meer het volgende vermeld:

(mail van [G] van [J] aan [H] van [N] op 28 januari 2008):

“(…)

If you are still interested, I confirm that cars will be invoiced individually (I attach a sample invoice). The price I provided you were expor prices (alredy excluded VAT and registration price), therefore it will be the amount of the invoice. (…) “

(mail van [H] aan [G] op 31 januari 2008):

“(…)

On this moment I am by our trader mr. [gemachtigde], what is very important that on the invoice is written “Levering valt onder de margeregeling” I don’t know the translation in Spanisch but maby [I] can translate it. It means that it will be not a ICL delivery. In that case we have a deal for the 72 cars for your price as mentioned. (…)”

2.8.

Op de facturen heeft [J] “delivery under margin regularization” vermeld. Daarnaast is het omzetbelastingnummer van eiseres vermeld op de facturen. Op de facturen is geen omzetbelasting vermeld.

2.9.

[J] heeft de leveringen van de auto’s aan eiseres in haar aangiftes omzetbelasting in Spanje aangegeven als intracommunautaire leveringen en door middel van zogenaamde “Recapulative Statements” (opgaven intracommunautaire leveringen) aan de Spaanse autoriteiten doorgegeven dat de auto’s intracommunautair aan eiseres zijn geleverd.

2.10.

De meeste door eiseres ingekochte auto’s zijn voor rekening en risico van eiseres vervoerd van Spanje naar Nederland.

2.11.

Eiseres heeft ten aanzien van de door haar ingekochte deze auto’s geen intracommunautaire verwervingen in haar aangiften omzetbelasting opgenomen.

2.12.

Eiseres heeft de auto’s voor het overgrote deel doorverkocht aan autobedrijven in Nederland. Enkele auto’s zijn aan particulieren verkocht. De door eiseres ontvangen vergoedingen voor deze opvolgende leveringen bedroegen in totaal € 2.907.288. Eiseres heeft alle auto’s verkocht met toepassing van de margeregeling.

2.13.

Verweerder heeft op 17 december 2008 een boekenonderzoek ingesteld bij eiseres. Onderzocht is de toepassing van de margeregeling bij de verkoop van de in Spanje ingekochte de auto’s. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport met dagtekening 20 mei 2010. Een conceptrapport is op 19 februari 2010 aan eiseres toegezonden.

2.14.

Tijdens het boekenonderzoek heeft verweerder een verzoek om gegevensuitwisseling aan de Spaanse belastingautoriteiten gedaan om informatie te krijgen over de status van de door eiseres ingekochte auto’s.

2.15.

De Spaanse fiscus heeft vervolgens vragen gesteld aan [J]. [J] heeft daarop schriftelijk verklaard dat de leveringen in overeenstemming met hetgeen met eiseres was overeengekomen als intracommunautaire leveringen in de aangiften omzetbelasting zijn verantwoord. [J] heeft aangegeven dat op instructie van eiseres de zinsnede “delivery under margin regularization” op de facturen aan eiseres is vermeld. [J] heeft voorts verklaard dat het eiseres volkomen duidelijk moet zijn geweest dat de geleverde auto’s niet onder de margeregeling vielen. Het feit dat het auto’s betrof die door [J] als bedrijfsauto’s (company cars) waren gebruikt of waren ingekocht van verhuurbedrijven (buy-backs) verhinderde volgens [J] zonder enige twijfel de toepassing van de margeregeling.

2.16.

[J] heeft het vorenstaande ook bij brief van 30 januari 2009 aan eiseres bericht. Zij heeft ook nieuwe verkoopfacturen aan eiseres verzonden waarop de zinsnede “delivery under margin regularization” ontbreekt. Ook heeft zij hierover een klachtenbrief gestuurd naar [N].

2.17.

Verweerder heeft zich in het controlerapport – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat de uit Spanje ingekochte auto’s geen margeauto’s waren en dat eiseres bij de doorverkoop van deze auto’s ten onrechte de margeregeling heeft toegepast. Het bedrag aan na te heffen omzetbelasting over het jaar 2008 heeft verweerder als volgt berekend:

Verschuldigde omzetbelasting: € 464.188 (19/119 x € 2.907.288)

Reeds aangegeven omzetbelasting: € 114.646 ((€ 2.907.288 -/- € 2.189.240) x 19/119)

Na te heffen omzetbelasting: € 349.542

2.18.

Met dagtekening 24 juni 2010 is de onderhavige naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Gelijk met het opleggen van de naheffingsaanslag is aan eiseres een verzuimboete opgelegd van € 4.537 wegens het niet tijdig betalen van omzetbelasting. Tevens is een bedrag van € 16.151 aan heffingsrente in rekening gebracht.

2.19.

Eiseres heeft bij brief van 24 juni 2010, bij verweerder binnengekomen op 25 juni 2010, pro forma bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, de verzuimboete en de heffingsrente. Op 27 augustus 2010 heeft eiseres haar bezwaar schriftelijk gemotiveerd.

2.20.

Op 18 augustus 2011 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden, waarvan een verslag is opgemaakt, dat op 6 september 2011 aan gemachtigde van eiseres is toegezonden.

2.21.

Bij brief van 25 november 2011 heeft verweerder kenbaar gemaakt dat hij voornemens is om het bezwaarschrift af te wijzen. Eiseres heeft hierop bij brief van 13 december 2011 gereageerd.

2.22.

Bij uitspraak op bezwaar van 20 januari 2012 heeft verweerder de naheffingsaanslag, de boetebeschikking en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

3 Geschil

In geschil zijn de onder 1. aangeduide naheffingsaanslag, boetebeschikking en beschikking heffingsrente. Het geschil spitst zich toe op de volgende vragen:

-

Is de margeregeling van toepassing op de doorlevering van de uit Spanje afkomstige auto’s?

-

Kan eiseres, zo de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord, niettemin aanspraak maken op toepassing van de margeregeling, eventueel op grond van het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 4 juli 2007, nr. CPP2007948M, (hierna: het Besluit)?

-

Is de belastingheffing op de ingekochte auto’s die minder dan 6.000 kilometer hebben gereden in strijd met het Europese discriminatieverbod en de vrijheid van goederenverkeer?

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en op hetgeen zij daar ter zitting aan hebben toegevoegd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing