Rechtbank Gelderland, 14-11-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4519, AWB-12_5056
Rechtbank Gelderland, 14-11-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:4519, AWB-12_5056
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 14 november 2013
- Datum publicatie
- 14 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2013:4519
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2926, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB-12_5056
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting, fiscale eenheid directeur-grootaandeelhouder met zijn BV, nieuw vervaardigde onroerende zaak, zakelijk gebruik verkeersruimten en keuken, investeringsgoed, arrest HE
Uitspraak
Team belastingrecht
Zittingsplaats Arnhem
registratienummers: AWB 12/5056, 12/5057, 12/5058 en 12/5059
uitspraak van de meervoudige belastingkamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 14 november 2013
inzake
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Amersfoort, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Eiseres heeft in haar aangiften omzetbelasting voor de tijdvakken eerste kwartaal tot en met vierde kwartaal 2006 verzocht om teruggaaf van de volgende bedragen aan omzetbelasting:
Tijdvak Verzochte teruggaaf
1e kwartaal 2006 € 36.873
2e kwartaal 2006 € 28.167
3e kwartaal 2006 € 25.272
4e kwartaal 2006 € 11.998
Bij beschikking van 25 augustus 2006 (nummer [000].O.01.6240) heeft verweerder de gevraagde teruggaaf van € 28.167 voor het tweede kwartaal 2006 verleend.
Bij beschikking van 23 februari 2007 (nummer [000].O.01.6300) heeft verweerder de gevraagde teruggaaf van € 11.998 voor het vierde kwartaal 2006 verleend.
Bij beschikking van 18 juni 2010 (nummer [000].O.01.6211) heeft verweerder het bedrag van de teruggaaf over het eerste kwartaal 2006 vastgesteld op nihil.
Bij beschikking van 18 juni 2010 (nummer [000].O.01.6271) heeft verweerder het bedrag van de teruggaaf over het derde kwartaal 2006 vastgesteld op nihil.
Met dagtekening 28 december 2011 heeft verweerder aan eiseres een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [000].F.01.6502) over het tweede kwartaal 2006 opgelegd van € 28.167, door middel waarvan de eerder aan eiseres verleende teruggaaf over dat tijdvak is nageheven. Gelijktijdig met het opleggen van de naheffingsaanslag is aan eiseres bij beschikking ook een bedrag van € 5.304 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Eveneens met dagtekening 28 december 2011 heeft verweerder aan eiseres een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [000].F.01.6501) over het vierde kwartaal 2006 opgelegd van € 11.998, door middel waarvan de eerder aan eiseres verleende teruggaaf over dat tijdvak is nageheven. Gelijktijdig met het opleggen van de naheffingsaanslag is aan eiseres bij beschikking ook een bedrag van € 2.259 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar van 29 september 2012 heeft verweerder:
de teruggaaf omzetbelasting voor het eerste kwartaal 2006 vastgesteld op € 354.
Bij beschikking is € 70 heffingsrente vergoed;
- -
-
de naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tweede kwartaal 2006 met € 139 verminderd tot € 28.028. De beschikking heffingsrente is verminderd tot € 5.278;
- -
-
de teruggaaf omzetbelasting voor het derde kwartaal 2006 vastgesteld op € 307.
Bij beschikking is € 61 heffingsrente vergoed;
de naheffingsaanslag omzetbelasting voor het vierde kwartaal 2006 met € 269 verminderd tot € 11.729. De beschikking heffingsrente is verminderd tot € 2.208.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 8 oktober 2012, ontvangen door de rechtbank op 10 oktober 2012, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft bij brief van 22 maart 2013 gereageerd op het verweerschrift.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2013 te Arnhem.
Namens eiseres is daar verschenen mr. [A], directeur, bijgestaan door mr. [gemachtigde], gemachtigde. Namens verweerder is verschenen mr. [gemachtigde].
2 Feiten
Eiseres is opgericht op 31 januari 2005. Enig aandeelhouder en bestuurder van eiseres is [A] (hierna: [A]). [A] is per 1 januari 2005 als participant toegetreden tot [B] B.V. (hierna: [B]) . In verband met deze toetreding heeft [A], via eiseres, een certificaat van aandeel in [B] verworven.
Op grond van een gesloten managementovereenkomst verricht eiseres tegen vergoeding werkzaamheden voor [B]. [A] is op basis van een arbeidsovereenkomst als directeur tegen vergoeding voor eiseres werkzaam.
Op 4 september 1995 hebben [A] en zijn partner [C], ieder voor de onverdeelde helft, een woning aan de [A-straat 1] te [Z] in eigendom verkregen. Ten tijde van de levering waren [A] en zijn partner geen ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB).
Vanaf eind 2005 tot eind 2007 is de woning verbouwd en is een aanbouw gerealiseerd met daarin een werkruimte met toilet (souterrain), een woonkeuken (begane grond) en een slaapkamer (eerste verdieping). In het souterrain bevindt zich tevens een archiefruimte en een badkamer. De woning is inpandig opnieuw ingedeeld en er zijn twee nieuwe badkamers gerealiseerd. Diverse nutsvoorzieningen, zoals de waterleiding en de centrale verwarming, zijn vervangen of uitgebreid. Het trappenhuis is omgedraaid en enkele ramen en deuren in de buitenmuren zijn verwijderd of verplaatst. De woonoppervlakte vóór de verbouwing bedroeg 175 m², de woonoppervlakte na de verbouwing bedraagt 285 m².
De economische waarde van het pand bedroeg voor de verbouwingswerkzaamheden € 425.000. De kosten van de verbouwing bedroegen € 826.687,73.
Tijdens de verbouwing hebben [A] en zijn partner tijdelijk elders gewoond. In juli 2006 hebben zij de woning weer in gebruik genomen. De woning werd in 2006 door [A] mede gebruikt voor zijn werkzaamheden als directeur van eiseres.
In de aangiften omzetbelasting heeft eiseres de omzetbelasting die in verband met de verbouwingswerkzaamheden aan [A] en zijn partner in rekening is gebracht, in totaal € 130.009, als voorbelasting in aftrek gebracht. In de onderhavige tijdvakken heeft eiseres het volgende bedrag aan voorbelasting in aanmerking genomen ter zake van de verbouwing van de woning:
Tijdvak Voorbelasting verbouwingswerkzaamheden
1e kwartaal 2006 € 36.519
2e kwartaal 2006 € 28.028
3e kwartaal 2006 € 24.965
4e kwartaal 2006 € 11.727
Totaal € 101.239
Bij de uitspraken op bezwaar van 29 september 2012 is de aftrek van de ter zake van de verbouwing in rekening gebrachte omzetbelasting geweigerd.
In de jaarrekeningen 2005 en 2006 van eiseres staat vermeld dat er rechtens en feitelijk een fiscale eenheid voor de omzetbelasting bestaat tussen eiseres en [A]. Eiseres heeft in augustus 2005 een zogenoemde “Opgaaf gegevens startende onderneming” ingediend. Hierin heeft zij onder meer vermeld dat zij aangifte gaat doen binnen een fiscale eenheid omzetbelasting. Eiseres heeft geen verzoek voor deze fiscale eenheid ingediend en er is evenmin een beschikking voor deze fiscale eenheid afgegeven.
3 Geschil
In geschil is of de teruggaafbeschikkingen, de naheffingsaanslagen en de beschikkingen heffingsrente tot de juiste bedragen zijn opgelegd.
In het bijzonder is in geschil of eiseres recht heeft op aftrek van voorbelasting ter zake van de verbouwing van de woning. Het geschil spitst zich toe op de volgende vragen:
- -
-
Is vanaf 1 januari 2005 tot 18 oktober 2007 sprake geweest van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tussen eiseres en [A]?
- -
-
Hebben de verbouwingswerkzaamheden geleid tot een nieuw vervaardigde onroerende zaak?
- -
-
Worden de verkeersruimten en de keuken zakelijk gebruikt?
- -
-
Zijn de verbouwingswerkzaamheden duurzame aanpassingen en voorzieningen die afzonderlijk dan wel tezamen een investeringsgoed vormen?
- -
-
Brengt het arrest van het Hof van Justitie van 21 april 2005 (zaak HE, C-25/03, BNB 2005/229) met zich dat maximaal de helft van de aan eiseres in rekening gebrachte omzetbelasting voor aftrek in aanmerking komt?
- -
-
Dient de heffingsrente te worden gematigd?