Rechtbank Gelderland, 12-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3730, AWB - 15 _ 4314
Rechtbank Gelderland, 12-07-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:3730, AWB - 15 _ 4314
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 12 juli 2016
- Datum publicatie
- 14 juli 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2016:3730
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2017:8561, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 4314
Inhoudsindicatie
Geldverstrekkingen door aandeelhouder, natuurlijk persoon aan haar BV in rekening-courant worden aangemerkt als civielrechtelijke geldleningen omdat sprake is van een terugbetalingsverplichting. Verweerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat partijen in werkelijkheid hebben beoogd een kapitaalverstrekking tot stand te brengen, zodat ook voor de fiscale gevolgen sprake is van een geldlening. De rechtbank acht wel aannemelijk dat eiser bij het verstrekken van de gelden aan de BV, die zijn verwerkt in de rekening-courantverhouding, een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Niet aannemelijk is geworden dat een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest in de gegeven omstandigheden het ontbreken van zekerheden en tussentijdse aflossingen te compenseren met een hogere vaste (niet-winstdelende) rente. De afwaardering kan niet ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden worden gebracht.
Uitspraak
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 15/4314
in de zaak tussen
(gemachtigde: drs. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2011 een aanslag (aanslagnummer [000] .H.16.01) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 338.114.
Tevens is bij beschikking € 11.413 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 juni 2015 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen bij brief van 22 juli 2015, ontvangen door de rechtbank op diezelfde datum, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 mei 2016.
Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde drs. [gemachtigde] . Namens verweerder is verschenen mr. [gemachtigde] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiser houdt alle aandelen in [A] BV (hierna: [A] BV). [A] BV is opgericht op [2007] . [A] BV heeft op 5 mei 2008 een derde deel van de aandelen van [B] BV gekocht.
2. Eiser houdt via [C] AG een derde deel van de aandelen in [D] AG, een in Zwitserland gevestigde vennootschap.
3. Eiser heeft gelden verstrekt aan [A] BV. Dit is verantwoord in een rekening-courantverhouding tussen eiser en [A] BV. Het verloop van de rekening-courantschuld van de BV is als volgt:
ultimo 2007 |
€ -/- 672.569 |
ultimo 2008 |
€ 69.048 |
ultimo 2009 |
€ 119.825 |
ultimo 2010 |
€ 891.849 |
ultimo 2011 |
€ 855.459 |
In 2011 is 4% rente bijgeschreven.
4. [A] BV heeft de door eiser ter beschikking gestelde gelden doorgeleend aan verschillende dochtervennootschappen. Deze gelden zijn door de dochtervennootschappen zakelijk besteed.
5. [D] AG heeft op 15 oktober 2009 een bedrijfspand aangekocht. De betaling daarvan heeft in 2010 plaatsgevonden. Een deel van de koopsom van het bedrijfspand is gefinancierd door de gelden die eiser heeft verstrekt aan [A] BV en die vervolgens zijn doorgeleend aan [D] AG.
6. Tussen [A] BV enerzijds en [B] BV, [E] BV en [F] BV anderzijds is een schriftelijke rekening-courantovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst is ondertekend op 12 augustus 2009.
7. Daarnaast is een rekening-courantovereenkomst gesloten tussen eiser en [A] BV. Deze overeenkomst is ondertekend op 12 januari 2012.
Deze overeenkomst luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
-
Geldlener heeft een bedrag te vorderen van [A] en zal hierover een vergoeding ontvangen gelijk aan 8% op jaarbasis. Deze rente wordt geacht een goede benadering te zijn van de rente die op risicovollere leningen van toepassing is. De rente wordt na afloop van het jaar rentedragend bijgeschreven.
-
Als de hoogte van het verschuldigde bedrag daartoe aanleiding geeft, dient de ene partij aan de andere partij op eerste aanvraag passende zekerheden te verschaffen. Op verzoek van geldlener zal [A] zorg dragen voor gepaste zekerheden, opdat geldlener de gevraagde zekerheid verkrijgt dat het geleende bedrag op termijn weer wordt terug ontvangen. Hiervoor zal dan een separate overeenkomst worden opgesteld.
De hoofdsom plus bijgeschreven rente zal door de partij die uit hoofde van deze overeenkomst een vordering heeft op de andere partij kunnen worden opgeëist drie maanden na kennisgeving daartoe en onmiddellijk in de volgende gevallen:
- faillissement van de andere partij;
- beslaglegging op zaken van de andere partij;
- aanvraag surséance van betaling door de andere partij”.
8. Er is een overeenkomst van geldlening gesloten tussen [A] BV als geldgever en [D] AG als geldnemer. Deze overeenkomst is getekend op 17 oktober 2013.
9. Er is door eiser een “overeenkomst van geldlening” overgelegd, welke is gesloten tussen [A] BV (geldnemer) en eiser (geldgever). Deze overeenkomst is getekend op 17 oktober 2013. Deze overeenkomst luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“Verklaren te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Hoofdsom en rente
Geldgever aan geldnemer een bedrag heeft geleend en hiervoor een separate overeenkomst is gesloten.
In deze overeenkomst de rentevergoeding is opgenomen waar geldgever recht op heeft.