Home

Rechtbank Gelderland, 08-12-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:6548, AWB - 16 _ 3137

Rechtbank Gelderland, 08-12-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:6548, AWB - 16 _ 3137

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
8 december 2016
Datum publicatie
16 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2016:6548
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 16 _ 3137

Inhoudsindicatie

Geen samenvatting, publicatie op verzoek.

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummers: AWB 16/3137 en 16/3138

in de zaken tussen

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

Procesverloop

Verweerder heeft de volgende aanslagen opgelegd:

-

Met dagtekening 21 juni 2011 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000] .H77) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 48.019, alsmede bij beschikking een boete van € 3.150. Tevens is bij beschikking € 1.880 aan heffingsrente in rekening gebracht.

-

Met dagtekening 25 juni 2011 een aanslag (aanslagnummer [000] .H86) IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 147.489 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 246, alsmede bij beschikking een vergrijpboete van € 15.049 en een verzuimboete van € 226. Tevens is bij beschikking € 5.863 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 13 april 2016 de navorderingsaanslag, de aanslag, de beschikkingen heffingsrente en de boetebeschikkingen gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen bij brief van 20 mei 2016, ontvangen door de rechtbank op 23 mei 2016, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn echtgenote en de heer [A] . Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] , [B] en [C] .

De rechtbank heeft – op verzoek van eiser – de heer [D] als getuige gehoord.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestaan onder meer uit de handel in gebruikte bouwmachines en vrachtwagens. Incidenteel worden ook aanhangers en opleggers verhandeld.

2. Eiser heeft voor het jaar 2007 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.089.

3. In september 2009 heeft bij eiser een boekenonderzoek plaatsgevonden naar de aanvaardbaarheid van de door hem ingediende aangiften IB/PVV 2007. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een controlerapport, gedagtekend 22 april 2011. Een afschrift van het rapport maakt onderdeel uit van de gedingstukken. In het rapport is onder meer het volgende opgenomen:

“2.4Administratieplicht (artikel 52 Algemene wet inzake rijksbelastingen)

De administratie is zodanig gevoerd dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens duidelijk blijken. We hebben dit nader uitgewerkt in de toelichting op de kasadministratie en de goederenbeweging

KasadministratieDe kasadministratie is niet zodanig bijgehouden dat deze voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De heer [X] houdt zelf een handgeschreven kasboek bij. Gemachtigde verwerkt dit kasboek in de geautomatiseerde administratie. Belastingplichtige en zijn gemachtigde geven toe dat de kas in een aantal gevallen niet zodanig is geregistreerd zoals het had gemoeten. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de heer [X] al gauw 60 á 70 uur per week in de weer is met de handel. Hij heeft daarbij niet altijd de tijd om alle contante uitgaven en ontvangsten exact te noteren. Indien mogelijk wordt eens per week het kasboek bijgewerkt. Hieruit blijkt wel dat de kas niet regelmatig en niet volledig wordt bijgehouden. Omdat de kas niet volledig wordt bijgehouden komt het voor dat kosten niet of niet geheel worden verantwoord in de kas. Daarentegen worden de in- en verkopen veelal verantwoord op grond van zelf opgemaakte stukken. De heer [X] gaat bij het noteren van de ontvangsten en uitgaven uit van de datum op de factuur. Indien er een betaaldatum op vermeld staat wordt deze datum gehanteerd. Bij het opnieuw opzetten en controleren van de kas hebben wij dezelfde werkwijze gevolgd, hetgeen tot negatieve kassen leidt. (…)Tevens hebben wij geconstateerd dat niet alle ontvangsten en uitgaven in chronologische volgorde zijn geboekt. Het betreft niet alleen de aan- en verkopen van goederen maar ook bij de geboekte kosten ontbreekt de chronologische volgorde.

Beslissing