Home

Rechtbank Gelderland, 10-10-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4347, AWB - 17 _ 6276

Rechtbank Gelderland, 10-10-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4347, AWB - 17 _ 6276

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
10 oktober 2018
Datum publicatie
12 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2018:4347
Zaaknummer
AWB - 17 _ 6276

Inhoudsindicatie

MijnOverheid en Berichtenbox. Beroep tegen de invorderingskosten van een gemeentelijke belastingaanslag die in de Berichtenbox was geplaatst. Eiser heeft verklaard dat hij geen vinkjes heeft gezet nadat hij zijn MijnOverheid-account had geactiveerd. Pas na ontvangst van het dwangbevel heeft hij gezien dat toch alle aangesloten gemeenten waren geselecteerd. Anders dan in rechtbank Midden-Nederland 19 februari 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:606) acht de rechtbank de verklaring geloofwaardig, mede gelet op de door eiser overgelegde schermafdrukken. Uitgangspunt is dat erop mag worden vertrouwd dat MijnOverheid functioneert zoals is voorgeschreven en beschreven in de Regeling voorzieningen GDI. Dat neemt echter niet weg dat de rechtszekerheid ook vereist dat geen twijfel mag bestaan dat voor burgers belangrijke berichten, waaronder belastingaanslagen, op de juiste wijze worden bekend gemaakt. In deze zaak bestaat redelijke twijfel en die twijfel mag niet in het nadeel van de burger worden uitgelegd (zie ook Centrale Raad van Beroep 12 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2188).

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummer: AWB 17/6276

in de zaak tussen

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser een dwangbevel uitgevaardigd en daarbij kosten ten bedrage van € 107 in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 24 oktober 2017 de invorderingskosten gehandhaafd.

Eiser heeft hiertegen bij brief van 1 november 2017, ontvangen door verweerder op 6 november 2017, een bezwaarschrift ingediend. Verweerder heeft dit bezwaarschrift op grond van artikel 6:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) als beroepschrift doorgezonden aan de rechtbank.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2018. Eiser is verschenen. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiser heeft op 15 maart 2016 zijn MijnOverheid-account geactiveerd.

2. Met dagtekening 30 maart 2017 is aan eiser de gecombineerde aanslag gemeentelijke belastingen 2017 (de aanslag) bekend gemaakt in de Berichtenbox van MijnOverheid. Op het aanslagbiljet staat als (uiterste) vervaldatum 30 juni 2017 vermeld.

3. Omdat eiser de aanslag niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan, heeft verweerder hem met dagtekening 11 juli 2017 eveneens langs elektronische weg aangemaand om het aanslagbedrag van € 793,69 alsmede aanmaningskosten van € 16 binnen 14 dagen te voldoen. Ook hierop is geen betaling gevolgd. Voor het onbetaald gebleven bedrag van € 809,69 heeft verweerder vervolgens met dagtekening 10 oktober 2017 een dwangbevel per post uitgevaardigd, waarbij tevens de betekeningskosten van het dwangbevel van € 91 in rekening zijn gebracht.

4. Eiser heeft hiertegen op 11 oktober 2017 bezwaar gemaakt per e-mail.

5. Bij uitspraak op bezwaar van 24 oktober 2017 is het bezwaar ongegrond verklaard.

6. Eiser heeft hierop gereageerd bij brief van 1 november 2017. Die brief heeft verweerder als beroepschrift doorgezonden aan de rechtbank. Eiser heeft bij het beroepschrift twee schermafdrukken overgelegd. De eerste is van het welkomstbericht in zijn Berichtenbox van 4 maart 2016. Daarin staat:

" Bedankt voor het activeren van uw MijnOverheid account.

U beschikt nu over een Berichtenbox. Dit is uw persoonlijke postbus voor digitale berichten van de overheid.

Als er een nieuw bericht in uw Berichtenbox is geplaatst, krijgt u hiervan een notificatie per e-mail, indien u een e-mailadres heeft opgegeven.

Bij uw instellingen kunt u de overheidsorganisaties selecteren waarvan u berichten wilt ontvangen. "

Op de schermafdruk is verder zichtbaar dat het laatste bezoek dateert van 12 oktober 2017, 11:18 uur. Ook is zichtbaar dat 19 ongelezen berichten in de Berichtenbox staan.

7. De andere schermafdruk die eiser heeft overgelegd is gemaakt vanuit het tabblad "Instellingen" van MijnOverheid. Bovenaan staat: "Van deze organisaties kunt u berichten ontvangen in de Berichtenbox" en daaronder staan drie lijsten met organisaties:

Landelijke organisaties [8/13]Provincies [0/2]Gemeenten [129/238]

Deze laatste lijst is uitgeklapt en zichtbaar zijn de namen van de gemeenten Aalsmeer tot en met Bernheze. Van deze 24 gemeenten zijn er 17 geselecteerd met een vinkje. Helemaal bovenaan de lijst gemeenten staat ook nog een (niet-geselecteerde) optie: "(De)selecteer alle "Gemeenten". Onderaan de schermafdruk staat 31 oktober 2017, 17:11.

Geschil

8. In geschil is of verweerder terecht invorderingskosten in rekening heeft gebracht. Daarbij speelt de vraag of de aanslag en aanmaning op de juiste wijze zijn bekendgemaakt door plaatsing in de Berichtenbox van MijnOverheid.

9. Eiser betoogt dat hij de aanslag en de aanmaning niet heeft ontvangen. De aanslag en de aanmaning zijn volgens hem niet op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Hij heeft binnen zijn MijnOverheid-account nooit kenbaar heeft gemaakt dat hij post van verweerder uitsluitend op digitale wijze in de Berichtenbox wil ontvangen. Hij heeft nooit één van de verschillende overheidsinstanties die gebruik maken van de Berichtenbox "aangevinkt". Het invoeren van het MijnOverheid account is onduidelijk en misleidend geweest. De aanmaning had ook nog per post aan eiser moeten worden verstuurd, aldus eiser.

10. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de aanslag en de aanmaning conform wet- en regelgeving aan eiser zijn bekend gemaakt.

Beoordeling van het geschil

11. Het toetsingskader wordt in deze zaak gevormd door artikel 7, tweede lid, van de Kostenwet. Daarin is bepaald dat eiser aannemelijk moet maken dat redelijkerwijze moet worden betwijfeld dat hij de aanslag en de aanmaning heeft ontvangen. Alleen dan komen de invorderingskosten voor vernietiging in aanmerking.

12. De rechtbank stelt voorop dat niet in geschil is dat de aanslag en de aanmaning in eisers Berichtenbox zijn geplaatst. Ook is niet in geschil dat eiser zijn MijnOverheid-account in 2016 heeft geactiveerd. Beoordeeld moet echter worden of eiser wel kenbaar heeft gemaakt dat hij voor de gemeente Elburg voldoende bereikbaar was via zijn MijnOverheid-account, als bedoeld in artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet zo is, dan had de heffingsambtenaar van de gemeente Elburg de aanslag en de aanmaning namelijk per post moeten verzenden op grond van de hoofdregel van artikel 3:41, eerste lid, van de Awb.

13. Over het MijnOverheid-account is in de Regeling voorzieningen GDI bepaald dat de gebruiker door het activeren van zijn MijnOverheid-account dit account in gebruik neemt. Door het activeren maakt de gebruiker tevens kenbaar dat hij langs elektronische weg bereikbaar is voor het ontvangen van berichten in de Berichtenbox van door hem geselecteerde afnemers (artikel 2, tweede lid, van deze regeling). De "afnemers" zijn overheidsheidsorganisaties die elektronisch berichten willen versturen aan burgers.

14. Deze bepaling houdt een zogenoemd "opt-insysteem" in. Dat wil zeggen dat standaard géén overheidsorganisaties staan aangevinkt (met één uitzondering die hier niet van belang is) en dat de gebruiker na activering van zijn account actief een overheidsorganisatie moet aanvinken in een lijst van mogelijke organistaties. Pas dan heeft de gebruiker voor die overheidsorganisatie kenbaar gemaakt dat hij via de Berichtenbox bereikbaar is. Vóór 1 november 2015 was nog sprake van een zogenoemd "opt-outsysteem". Dat hield in dat standaard alle overheidsorganisaties die aangesloten waren bij MijnOverheid al automatisch stonden aangevinkt en dat een gebruiker na activeren van het account die vinkjes moest uitzetten als hij géén elektronische post wilde ontvangen. Ook hield dat systeem in dat nieuw aangesloten overheidsorganisaties automatisch werden toegevoegd en aangevinkt bleven als de gebruiker niet binnen zes weken had aangegeven van die organisatie geen elektronische post te willen ontvangen (aldus het rapport van 6 september 2017 van de Nationale Ombudsman, "Hoezo MijnOverheid?" Onderzoek naar knelpunten voor burgers bij MijnOverheid/de Berichtenbox, rapportnummer 2017/098).

15. Eiser heeft verklaard dat hij na het activeren van zijn MijnOverheid-account en het lezen van het welkomstbericht direct heeft besloten dat hij geen gebruik wilde maken van de Berichtenbox. Volgens eiser heeft hij dus nooit vinkjes gezet, ook niet bij de gemeente Elburg. Pas nadat hij naar aanleiding van het dwangbevel op 11 oktober 2017 weer inlogde op zijn MijnOverheid-account, zag hij dat er vinkjes stonden bij allerlei organisaties, waaronder de gemeente Elburg. Eiser heeft verwezen naar de overgelegde schermafdruk.

16. Verweerder heeft verklaard dat de gemeente Elburg van Logius de melding heeft ontvangen dat eiser zijn account heeft geactiveerd en dat eiser heeft aangegeven van de gemeente elektronisch berichten te willen ontvangen. Verweerder heeft verder geen toegang tot informatie over hoe het proces van activeren en selecteren precies is gebeurd.

17. Uit eisers verklaring en de door hem overgelegde schermafdrukken lijkt te volgen dat volgens het welkomstbericht weliswaar sprake lijkt te zijn van "opt-in", maar dat dit in werkelijkheid niet zo is geweest en dat toch al automatisch alle bij MijnOverheid aangesloten gemeenten waren aangevinkt. Dit wekt uiteraard verbazing, omdat dat in tegenspraak is met artikel 2, tweede lid, van de Regeling voorzieningen GDI. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om aan de geloofwaardigheid van eisers verklaring te twijfelen, vooral ook omdat er geen redelijke uitleg is voor het aangevinkt zijn van allerlei gemeenten waar eiser geen enkele relatie mee heeft. Ook verweerder heeft de juistheid van eisers verklaring niet betwist. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat er aanleiding is om in dit geval te betwijfelen dat het proces van selecteren van overheidsorganisaties in MijnOverheid is verlopen overeenkomstig de Regeling voorzieningen GDI.

18. De rechtbank merkt hierbij op dat uit de jurisprudentie blijkt dat er nog meer gevallen zijn waarin door een belanghebbende hetzelfde is verklaard als in deze zaak, namelijk dat er vinkjes stonden die niet zelf waren gezet. Zie de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 19 februari 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:606). Ook verweerder heeft naar deze uitspraak verwezen. In die zaak had de belanghebbende echter geen ander bewijs ter ondersteuning van zijn verklaring, zodat de rechtbank Midden-Nederland in die zaak heeft aangenomen dat de belanghebbende wél een vinkje had gezet. In zoverre verschillen deze zaken dus van elkaar. In de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van rechtbank Overijssel van 3 augustus 2018 (ECLI:NL:RBOVE:2018:2819) heeft de rechtbank geoordeeld dat niet aannemelijk is dat de belanghebbende vinkjes heeft gezet. En heeft de rechtbank dus ook de conclusie aanvaard dat kennelijk geen sprake was van "opt-in" ondanks dat activering na 1 november 2015 heeft plaatsgevonden.

19. De rechtbank ziet onder ogen dat uitgangspunt is, dat er op mag worden vertrouwd dat een systeem als MijnOverheid functioneert zoals in een wettelijk voorschrift is voorgeschreven en beschreven. Dat neemt echter niet weg dat de rechtszekerheid ook vereist dat geen twijfel mag bestaan dat voor burgers belangrijke berichten, waaronder belastingaanslagen, op de juiste wijze worden bekendgemaakt (zie ook Hoge Raad 25 mei 2018, ECLI:NL:2018:758). Anders kan de toegang tot de rechter in het gedrang komen of kan de burger ten onrechte met kosten of boeten worden geconfronteerd, zoals in dit geval met invorderingskosten. In deze zaak bestaat redelijke twijfel over de vraag of eiser wel zelf in MijnOverheid een vinkje heeft gezet bij de gemeente Elburg. Die twijfel mag vanuit het oogpunt van rechtszekerheid niet in het nadeel van eiser worden uitgelegd (zie ook Centrale Raad van Beroep 12 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2188).

20. Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat moet worden betwijfeld dat eiser kenbaar heeft gemaakt via de Berichtenbox bereikbaar te zijn voor de gemeente Elburg. En daarom hadden de aanslag en aanmaning per post moeten worden verzonden. Dat is niet gebeurd en dus heeft eiser aannemelijk gemaakt dat hij de aanslag noch de aanmaning heeft ontvangen. Gelet hierop, zijn bij eiser ten onrechte invorderingskosten in rekening gebracht. Het beroep is daarom gegrond en de aangevallen uitspraak wordt vernietigd. De rechtbank zal de invorderingskosten ten bedrage van € 107 vernietigen.

21. Eiser heeft geen proceskosten opgevoerd, zodat er geen aanleiding is voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-

vernietigt de in rekening gebrachte kosten ten bedrage van € 107;

-

bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.W. van de Sande, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N.J.H. Klomp, griffier.

De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 10 oktober 2018

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.