Home

Rechtbank Gelderland, 17-01-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:191, ARN 22_3807

Rechtbank Gelderland, 17-01-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:191, ARN 22_3807

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
17 januari 2024
Datum publicatie
18 januari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:191
Zaaknummer
ARN 22_3807
Relevante informatie
Art. 8 Wet Vpb 1969

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. In 2006 en 2007 ontstaat een onzakelijke hoofdelijke verbintenis van belanghebbende voor een schuld van haar dochtervennootschap. In 2017 ontstaat een regresvordering op de dochtervennootschap als gevolg van een aflossing door belanghebbende. Het debiteurenrisico voor de regresvordering ligt in de kapitaalsfeer. Daarom mag belanghebbende de regresvordering niet afwaarderen. Een deel van de post vorderingen op de balans van belanghebbende houdt geen verband met de onzakelijke hoofdelijkheid en kan wel worden afgewaardeerd. Beroep gegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 22/3807

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [vestigingsplaats] , belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Utrecht, de inspecteur.

Inleiding

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep