Home

Rechtbank Gelderland, 10-10-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:6858, AWB - 23 _ 3498

Rechtbank Gelderland, 10-10-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:6858, AWB - 23 _ 3498

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
10 oktober 2024
Datum publicatie
18 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:6858
Zaaknummer
AWB - 23 _ 3498
Relevante informatie
Art. 11, lid 1, onderdeel w Wet OB 1968

Inhoudsindicatie

OB; ongegrond. Belanghebbende heeft voor de diensten die zij verricht in een kinderopvangcentrum geen recht op de kinderopvangvrijstelling. De dienst die belanghebbende verricht is het ter beschikking stellen van arbeid, met het kinderopvangcentrum als afnemer. Verder omvat het aanbieden van kinderopvang meer dan de dienst die belanghebbende verricht. Het gaat bij kinderopvang namelijk niet alleen om de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers, maar ook om het zorgdragen voor een accommodatie en de inrichting daarvan, zoals bedden, tafels en stoelen, sanitair en speelgoed, waarbij moet worden voldaan aan de eisen die daaraan in de Wet op de kinderopvang of in de op grond van die Wet verleende vergunning worden gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 23/3498

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigden: [naam gemachtigde 1] en [naam gemachtigde 2]),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, de inspecteur.

Inleiding

Feiten

“Artikel 1. De opdracht

Artikel 2. Uitvoering van de opdracht

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep