Home

Rechtbank Gelderland, 28-03-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:2401, ARN 23_1908

Rechtbank Gelderland, 28-03-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:2401, ARN 23_1908

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
28 maart 2025
Datum publicatie
4 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2025:2401
Zaaknummer
ARN 23_1908
Relevante informatie
Art. 4.6 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV 2017 een verlies uit aanmerkelijk belang aangegeven. De inspecteur heeft dit verlies niet geaccepteerd. De inspecteur heeft het verlies uit aanmerkelijk belang vastgesteld op nihil.

Partijen houdt verdeeld of belanghebbende een aanmerkelijk belang heeft in de zin van artikel 4.6, letter a, dan wel letter b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001).

De rechtbank is van oordeel dat belanghebbende geen aanmerkelijk belang heeft in de zin van artikel 4.6, letter a, dan wel letter b, van de Wet IB 2001. De inspecteur heeft het verlies uit aanmerkelijk belang terecht op nihil vastgesteld. Het beroep is ongegrond. Belanghebbende heeft wel recht op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 23/1908

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [naam gemachtigde]),

en

de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de inspecteur,

en

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.

Inleiding

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep